Overzicht

Opzet:

Deze oefening helpt ‘cliënten’ of ‘coachees’ een beter zicht te krijgen op hun verleden en heden. “Waar kom je vandaan?”, “Wie heeft jou gemaakt tot wie je nu bent?”, “Wat is typisch aan de cultuur waarin je geboren bent?”.

Door het maken van een tekening met natuurlijke voorwerpen wordt het verleden van de deelnemers gevisualiseerd.

Duur:

15 min – 30 min

Aard:

Zien | horen | lezen | schrijven of tekenen | doen en ervaren | verbeelding

Coachingstijl:

Beeldend coachen, wandelcoachen

Benodigdheden:

Een plek om te wandelen waar voldoende ‘natuurlijk materiaal’, zoals takken, eikels,… aanwezig is.

Werkwijze / stappenplan / omschrijving

Zeg tegen de deelnemers dat we een wandeling gaan maken in het nabijgelegen park of bos.

Start met een zintuigwandeling van maximum 10 minuten. Je geeft de deelnemers volgende opdrachten:

Bewegen

Voel hoe je beweegt. Mogelijke opdrachtjes hierbij zijn:

  • Ga wat langzamer wandelen.
  • Ga slungelachtig wandelen.
  • Wandel alsof je haast hebt.
  • Wandel alsof je alle tijd hebt.
  • Hoe raken je voeten de grond? Hoe spannen de spieren van je benen zich op? Hoe bewegen jouw armen tijdens het wandelen? Hoe voelt je rug tijdens het wandelen?

Ademen  

Adem in, adem uit (neus of mond, het mag allebei)

Voel hoe de koude of warme lucht door je neus je longen binnenkomt, voel hoe je borst en buik meebewegen.

Voelen 

Waar voel je frisse lucht op je huid? Verwarmt de zon je lichaam? Voel je de wind op je gezicht of je handen?de w

Horen  

Hoor je zingende vogels?

Focus op de geluiden om je heen. Probeer alles te horen wat er te horen valt. Hoor je blaffende honden of zingende vogels?

Kijken  

Kijk naar je omgeving. Zijn de kleuren van de bladeren allemaal hetzelfde groen? Zie je zonlicht door de bladeren schijnen?

Voel de natuur  

Kijk om je heen. Wat kan je aanraken? Pluk een blaadje van een boom. Wrijf het tussen je vingers. Sta je naast een mooie steen? Raap hem op en wrijf erover om de structuur te voelen.

Even stilstaan

Breng je aandacht opnieuw naar je ademhaling. Voel hoe de lucht je longen binnenstroomt en hoe je buik en borst op en neer bewegen.

Op deze rustige plek leg je de opdracht uit: tijdens deze oefening krijg je de opdracht om een voorwerp te zoeken dat volgens jou past bij een woord. Vervolgens krijg je een vraag om te beantwoorden. Je krijgt telkens 5 minuten om een voorwerpt te zoeken.

Opdracht 1

Zoek een voorwerp dat je doet denken aan de invloed van een gebeurtenis op jezelf. Bijvoorbeeld een blaadje met een regendruppel omdat het me doet denken aan de tranen die ik gelaten heb bij een ruzie met mijn partner.

Vragen:

  • Welk voorwerp heb je vast?
  • Waarom doet het je denken aan …? (Bijvoorbeeld: regen is nodig voor de boom om bladeren te krijgen. Regen heeft invloed op de groei van bladeren).
  • Wat beïnvloedt jou? (Bijvoorbeeld: als het te lang heel warm is word ik geïrriteerd).

Opdracht 2

Zoek een voorwerp dat je doet denken aan een gewoonte of ritueel dat je dagelijks of wekelijks doet. Bijvoorbeeld: een eikel omdat die lijkt op een koffieboon en ik s’morgens altijd eerst een kop koffie drink.

Vragen:

  • Welk voorwerp heb je vast?
  • Waarom doet het je denken aan een belangrijke gewoonte of ritueel?
  • Wat is een typische gewoonte uit jouw cultuur.

Opdracht 3

Zoek een voorwerp dat jou doet denken aan energie.

Vragen:

  • Welk voorwerp heb je vast?
  • Waarom doet het je denken aan energie?
  • Wat vind je leuk en geeft je energie?

Opdracht 4

Zoek een voorwerp dat jou doet denken aan rust. Bv. een stukje schors

Vragen:

  • Welk voorwerp heb je vast?
  • Waarom doet het je denken aan rust?
  • Wat doet je denken aan de plek of activiteit waar je rust vindt

In totaal verzamelt elke deelnemer dus 4 voorwerpen die aanspreken, die je mooi vindt of vindt passen bij de zinnen.

Laat de deelnemers een collage maken met de voorwerpen. Geef hen 5 minuten om deze vorm te geven.

Daarna vraag je wie de collage wil uitleggen.

Variant

In plaats van voorwerpen in het bos te gaan zoeken:

  • laat je deelnemers een voorwerp/foto/… meenemen die hen herinnert aan het verleden. Een mooie herinnering;
  • doe je de zintuigenwandeling;
  • ga je vervolgens in een kring zitten;
  • laat je alle deelnemers om de beurt uitleggen waarom zij dit voorwerp hebben meegenomen;
  • maak je een collage in het midden van de kring met alle voorwerpen. Maak er een foto van en deel deze met de groep.

Bronnen

Elementen uit deze oefening zijn geïnspireerd op oefeningen uit: Backus, H. (2021). Wandel coaching bij stress en onzekerheid: 7-stappenplan voor coaches die de natuur in willen.

Groep
Één-op-één
Volwassenen
Goed omringd zijn
Sociaal – netwerk
Zien
Schrijven of tekenen
Doen en ervaren
15-30 min
‘Krachtboom!’