Een kwaliteitsvolle motivatie maakt het makkelijker om ongezond gedrag te wijzigen en dit vol te houden. De focus van leefstijlinterventies zou vanuit dat opzicht moeten liggen op het aanspreken en versterken van autonome motivatie, via het abc van de zelfdeterminatietheorie (La Guardia, 2017). Dit kan door een behoefte-ondersteunende (en geen ondermijnende) aanpak te hanteren zodat het gezonde gedrag opgepikt en volgehouden wordt. 

In analogie met de drie behoeftes kan je proberen om als volgt te werk te gaan:

  • autonomie-ondersteunend (in tegenstelling tot dwingend)
  • relationeel ondersteunend (in tegenstelling tot kil) 
  • competentie-ondersteunend of structurerend (in tegenstelling tot chaotisch) 

Deze principes vormen de basis van 1-op-1-coaching, maar zijn zeker ook nuttig bij het motiveren van grotere doelgroepen. Je kan ze toepassen bij het opstellen van gedragsdoelen en het opvolgen van de doelgroep doorheen leefstijlwijzigingen.

Motiveren via het ondersteunen van autonomie

Autonomie-ondersteunend motiveren houdt in dat je de doelgroep niet onder druk zet en komt tot doelen die voor de doelgroep persoonlijk betekenisvol en gewenst zijn. Doelen die niet aansluiten bij de waarden en eigenheid van de doelgroep ondermijnen de nood aan autonomie.

  • Vraag toestemming om informatie of advies te geven. 
    Dring gezondheidsboodschappen of adviezen niet op. Vraag eerst of de doelgroep dit wenst.
  • Leg uit waarom je bepaalde (gedrags)veranderingen voorstelt.
    Als iemand een onderbouwde uitleg krijgt voor een gevraagde verandering, voelt die zich meer erkend in zijn of haar autonomie om later zelf een beslissing te maken.
  • Laat de persoon zelf beslissen wat hij of zij wil veranderen en hoe.
    Laat de keuze voor gedragsverandering aan de persoon zelf (ook de keuze om niet te veranderen). 
  • Zorg voor persoonlijk relevante en betekenisvolle doelstellingen.
    Begeleid de doelgroep bij het opstellen van doelen die hen aanspreken, waar ze zich voor willen engageren (omdat het zinvol is, omdat het past bij bepaalde waarden die ze belangrijk vinden of omdat het plezierig is). Leer daarvoor het perspectief van de persoon kennen op het (ongezonde) gedrag en de gezondheidstoestand, maar ook zijn of haar persoonlijke waarden en doelen en toon daar begrip voor.
  • Probeer een eventueel aanwezige gecontroleerde motivatie te identificeren.
    Let hiervoor op de manier waarop de persoon de reden voor gedragsverandering omschrijft (“Ik moet”). 

Motiveren via het ondersteunen van verbondenheid

Niet alleen jij als gezondheidsbevorderaar, maar ook de sociale omgeving (partner, familie, vrienden en kennissen, collega’s etc.) van de persoon kan de motivatie voor gedragsverandering bepalen. Het gevoel niet alleen te staan en gewaardeerd te worden, is essentieel voor een succesvolle gedragsverandering. 

  • Probeer inzicht te krijgen in de rol van de sociale omgeving. 
    De sociale omgeving kan het halen van doelstellingen ondersteunen (bv. door de persoon positief aan te moedigen) of net ondermijnen (bv. door smalend te reageren).
  • Geef constructieve feedback.
    Via opbouwende feedback kan je als gezondheidsprofessional je respect en waardering voor de persoon/doelgroep uiten. Je bekrachtigt op een positieve manier de inspanningen die de doelgroep doet, los van het resultaat ervan.
  • Stimuleer de persoon om te praten met anderen over de gedragsverandering.
    Het kan helpen als de doelgroep met anderen praat over de gestelde doelen en hen updates geeft over de weg ernaartoe. Faciliteer deze uitwisseling als gezondheidsprofessional.
  • Stimuleer de persoon om ook steun te verlenen aan anderen. 
    Anderen steunen, bijvoorbeeld bij het behalen van hun persoonlijke (gezondheids)doelstellingen, kan ook de behoefte aan verbondenheid ondersteunen (alleen wanneer deze in het waardenkader van de persoon passen). 
  • Bouw mee aan het netwerk van de persoon. 
    Help de doelgroep bij het bouwen aan een netwerk door hen bijvoorbeeld door te verwijzen naar bepaalde organisaties (bv. naar het aanbod van een dienstencentrum of buurtsportinitiatief).

Motiveren via het ondersteunen van competentie

Een gezondheidsbevorderaar die structurerend te werk gaat zal uitdagende en haalbare doelstellingen bepalen en duidelijke feedback geven. Te hoog gegrepen doelen of doelen die net weinig uitdagend zijn, ondermijnen de behoefte aan competentie en verminderen zo de kwaliteit van motivatie. 

  • Stel niet één groot doel, maar kies haalbare en meerdere kleine doelen. 
    Omdat de doelen haalbaar en uitdagend zijn, wordt de behoefte aan competentie gevoed. 
  • Probeer een concreet plan van aanpak overeen te komen.
    Laat de persoon op voorhand nadenken over hoe hij of zij de doelstelling wil bereiken: wat, waar, wanneer en met wie. 
  • Herken en benoem drempels om de doelen te bereiken. 
    Denk samen na over oplossingen voor drempels.
  • Streef zo snel mogelijk naar (kleine) succeservaringen.
    Ondersteun de behoefte aan competentie door de persoon te wijzen op kleine succesjes.
  • Geef relevante en duidelijke feedback.
    Feedback die duidelijk en gestructureerd is, doorheen het hele proces van gedragsverandering, geeft bij de doelgroep het gevoel dat ze de uitdaging aankan en helpt de vooruitgang te structureren. 

Enkele algemene tips

Als gezondheidsbevorderaar ben je een belangrijke schakel in het motiveren van de persoon tot gedragsverandering. Door de persoon te begeleiden in het stellen van uitdagende, haalbare en wenselijke gedragsdoelen, ondersteunende feedback te geven en de sociale omgeving te mobiliseren help je hem of haar al goed op weg. Daarnaast is het belangrijk om steeds de volgende algemene principes te hanteren:

  • Hou alles wat jou in vertrouwen verteld wordt, voor jezelf.
  • Vermijd oordelen en verwijten; wees vriendelijk en respectvol. 
  • Maak tijd voor de persoon. 
  • Streef naar een gelijkwaardige relatie, waarin jij weliswaar professionele expertise hebt, maar de persoon dé expert blijft in zijn of haar leven. 

Verder aan de slag?

Aan de slag met de zelfdeterminatietheorie? Er zijn een aantal gespreksvaardigheden die je hierbij kunnen helpen. Dit zijn het stellen van open vragen, de persoon de mogelijkheid bieden om zelf inbreng te geven, actief en met volle aandacht luisteren, non-verbaal volgen (lichaamshouding), stiltes laten en herhalen, parafraseren en samenvatten.

In dit overzicht vind je ook meer tips voor het toepassen van het abc van motiveren (Vansteenkiste & Soenens, 2015; Aelterman, De Muynck, Haerens, Vande Broek & Vansteenkiste, 2017).

Wil je als professional graag met deze inhoud in je bedrijf of praktijk aan de slag? Maar mis je nog de nodige handvaten? Neem dan gerust contact met ons op. Ons team van experten voorziet hierrond ondersteuning op maat, wetenschappelijk onderbouwd en tegelijkertijd toepasbaar in de praktijk.