Arm maakt ziek, ziek maakt arm. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt dat iedereen recht heeft op adequate voeding. Toch hebben ook mensen in Vlaanderen niet altijd toegang tot voldoende voeding.

Wat is voedselongelijkheid2

Stacey is een alleenstaande moeder en zit in schuldbemiddeling. Ze beschikt over een budget van 5 euro per dag om drie maaltijden op tafel te zetten voor zichzelf en haar zoon. In de praktijk komt dit vaak neer op boterhammen voor ontbijt,
lunch en avondmaal.

Wat is voedselongelijkheid1

Anna en Juan wonen in een zogenaamde voedselwoestijn: er zijn geen voedingswinkels op wandelafstand. Doordat ze geen wagen hebben, moeten ze met het openbaar vervoer naar de supermarkt. Het ontbreekt hen wel eens aan tijd en/ of energie. Hierdoor is het moeilijk om verse producten te kopen.

Met voedselongelijkheid bedoelen we de ongelijke toegang die mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie ervaren tot voldoende en gezonde voeding.

Voedselongelijkheid is geen gegeven op zich. Verschillende mechanismen liggen mee aan de basis:

Voeding, een mensenrecht?

Het recht op voeding werd al in 1948 benoemd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, maar kreeg een meer concrete invulling in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten. Hier werd ook het belang van het recht op 'adequate' of toereikende voeding vermeld.

Het betekent onder andere:

  • niet alleen kijken naar het aantal calorieën dat iedereen dagelijks nodig heeft, maar ook naar de kwaliteit van voeding: adequate voeding bevat voldoende voedingsstoffen voor fysieke en mentale groei, stimuleert de ontwikkeling van kinderen en volwassenen en bevat geen schadelijke stoffen. Kortom, adequate voeding is gezonde voeding;
  • adequate voeding moet ruimer beschikbaar zijn, in het bijzonder voor mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie;
  • adequate voeding moet betaalbaar zijn;
  • de voorraad en de consumptie van voedsel zijn stabiel, zodat iedereen altijd toegang heeft tot toereikende en cultureel aanvaarde voeding.

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens gaat al even mee. Ook recent werd verwezen naar het recht op voeding in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). De tweede SDG is ‘geen honger’. Het doel is dat iedereen, inclusief mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie, toegang heeft tot voldoende en voedzame voeding.

Waarom werken aan voedselongelijkheid4
    Copyright: Nick Decombel fotografie

    Stijgende voedselongelijkheid in Vlaanderen?

    Ondanks dat het recht op voeding wordt benoemd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zien we dat er in Vlaanderen een groot aantal mensen in voedselonzekerheid leeft. Dat wil zeggen dat ze niet op elk moment toegang hebben tot voldoende, voedzame en veilige voeding. Deze voedselonzekerheid is niet nieuw: de oprichting van de voedselbanken in 1985 in Brussel was een teken aan de wand dat ook in onze regio een deel van de bevolking voedselonzekerheid kent.

    Waarom werken aan voedselongelijkheid1

    Volgende cijfers staven deze voedselonzekerheid in Vlaanderen:

    Het aantal gebruikers van de voedselbanken blijft jaarlijks toenemen. In 1995 maakten 69.938 mensen gebruik van de voedselbanken. In 2010 waren dat er 115.016. En in 2019 al 168.476.

    Waarom werken aan voedselongelijkheid2a

    Ook de Belgische Voedselconsumptiepeiling geeft inzicht in de voedselongelijkheid in ons land. Uit de laatste editie (2014-2015) bleek dat mensen die kort of niet geschoold zijn, er vaker ongezonde eetgewoonten op nahouden. Ze eten minder fruit, meer rund- en varkensvlees en drinken vaker elke dag gesuikerde frisdranken. Ook eten ze minder vaak twee of meer maaltijden per dag samen met hun gezin, terwijl dat net gezonde eetgewoonten kan bevorderen.

    Voedselongelijkheid en gezondheidsongelijkheid

    “Arm maakt ziek, en ziek maakt arm?”
    Uit de laatste Belgische Gezondheidsenquête van Sciensano (2018) blijkt dat mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie vaker ziek zijn én dat de ziekte een grotere invloed heeft op hun levenskwaliteit. Men spreekt dan ook over een gezondheidskloof: de ongelijke verdeling van gezondheid volgens de sociaaleconomische status van mensen.

    Gezondheidsongelijkheid en voedselongelijkheid zijn communicerende vaten: heb je weinig toegang tot gezonde voeding, dan loop je meer kans op een hoog BMI. Dat brengt op zijn beurt een hoger risico op chronische ziekten met zich mee, met een slechtere gezondheidstoestand tot gevolg.

    Omgekeerd loop je met een slechtere gezondheid meer kans op financiële problemen. Dan wordt het moeilijk om gezonde voeding te betalen, waardoor je BMI (verder) dreigt te stijgen. Ook kan een slechtere gezondheid ervoor zorgen dat je minder vaak boodschappen kan gaan doen. Bijgevolg eet je minder verse groenten en fruit en meer bewerkte voeding met ongezondere toevoegingen.

    Waarom werken aan voedselongelijkheid3

    Frans (65) en Lieve (68) wonen in wat we vandaag een ‘voorstedelijke hoogbouwwijk’ zouden noemen. Ze kennen hun wijk als hun broekzak. Frans is hier opgegroeid. Hij herinnert zich goed de buurtwinkeltjes, de samenkomsten met de buren, de kinderen die ’s avonds op straat speelden … Hij denkt nog aan melkboer Filip die bij het krieken van de dag rondtoerde in zijn wit camionnetje voor zijn thuisleveringen, aan het belgerinkel van het soepkarretje dat elke middag door de straten tufte … Het gezellige iedereen-kent-iedereen-gevoel is met de jaren verdwenen en de buurt werd grauwer.

    Lieves gezondheid ging er fel op achteruit, waardoor stappen voor haar echt een last werd. Te dure medicatie maakte het voor Frans en Lieve moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen. Restaurantbezoekjes met vrienden zaten er niet meer in. En in plaats van de wekelijkse boodschappen in de supermarkt in de stad te doen, moest Lieve vaker naar een winkel in de buurt. Een winkel die bijna dubbel zo duur was. Nieuwe kleren kopen werd een zaak voor tijdens de solden. Samen gezellig een pannenkoek eten was plots een onbetaalbare luxe. Verse groenten maakten plaats voor bokalen, hun uitgebreide én gesmaakte kookavonden voor kant-en-klaar.

    Niet omdat ze dat wilden, maar omdat ze niet anders konden.

    Maatschappelijke kwetsbaarheid

    Voedselongelijkheid en maatschappelijke kwetsbaarheid zijn sterk verbonden met elkaar. Maatschappelijke kwetsbaarheid ontstaat wanneer verschillende risicofactoren samenvallen: een laag inkomen, niet of kort geschoold zijn, thuisloos zijn, een migratieachtergrond, ...

    Deze risico’s hangen vaak samen en versterken elkaar.

    Mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie lopen kwetsuren op in onze samenleving. Bestaande systemen verdedigen hun belangen vaak onvoldoende en komen weinig tegemoet aan hun specifieke behoeften. Enkele voorbeelden zijn:

    • receptenwebsites die geen écht budgetvriendelijke optie hebben;
    • winkels waar geen cultureel aanvaard/gekend aanbod is;
    • in een buurt wonen met geen of onvoldoende openbaar vervoer om gemakkelijk naar de winkel in de dorpskern te kunnen gaan.

    Psychologie van de schaarste

    De hele dag door nemen mensen beslissingen over wat ze eten en hoe ze dat organiseren:

    • Ga ik nu naar de winkel met mijn kleuter zodat ik een lunchpakket kan klaarmaken of koop ik 's ochtends snel een broodje onderweg?
    • Geef ik mijn dochter nu de witte boterham met choco die ze lekker vindt of onderhandel ik met haar zodat ze iets gezond eet?
    • Doe ik waar ik nu zin in heb of doe ik wat ik gepland heb?

    De capaciteit van mensen om informatie te verwerken, doelen te stellen en beslissingen te nemen, is beperkt. Anders gezegd: iedereen beschikt over een bepaalde mentale bandbreedte. Mensen die in een maatschappelijk kwetsbare situatie leven, worden soms echter zo in beslag genomen door hun zorgen dat er maar weinig mentale bandbreedte beschikbaar is.

    Wat is voedselongelijkheid6
    Wat is voedselongelijkheid8

    Dit fenomeen werd in 2013 voor het eerst benoemd als psychologie van de schaarste door psycholoog Eldar Shafir en econoom Sendhil Mullainathan in hun boek 'Schaarste, hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen'. Zij stellen dat schaarste ervoor zorgt dat:

    • het denkvermogen vermindert;
    • de ‘mentale bandbreedte of mentale ruimte’ afneemt;
    • tunnelvisie ontstaat (eenzijdige focus);
    • stress toeneemt;
    • je in het nu leeft (korte termijn denken).

    Een gezond voedingspatroon? Daar heb je wel wat ‘mentale ruimte’ voor nodig. Een weekplanning maken, een boodschappenlijstje opstellen, boodschappen doen, etiketten lezen, ... Voor veel mensen zijn deze zaken al een uitdaging. Maar voor mensen die in een maatschappelijk kwetsbare situatie leven, kan het iets zijn waar ze letterlijk geen ruimte voor over hebben.

    Dit verklaart waarom zij mogelijks kiezen voor voeding die hen op korte termijn een gevulde maag én een voldaan gevoel geeft, zoals kant-en-klare lasagne of diepvriespizza (in de voedingsdriehoek benoemd als lege calorieën) die voor enkele euro’s en in minder dan een halfuur op tafel staat.

    Wat is voedselongelijkheid4

    Enkele voorbeelden van hoe maatschappelijke kwetsbaarheid een gevoel van schaarste creëert, en zo een invloed heeft op je voedingskeuzes:

    • In de supermarkt kan je niet gewoon de etenswaren kopen waar je zin in hebt. Je moet heel goed op de prijs letten: bij alles wat je in je winkelkar legt, moet je uitrekenen of het binnen je beperkte budget past. Je moet ook opletten dat je boodschappentas niet te zwaar wordt, zodat je nog op een comfortabele manier te voet thuis geraakt.
    • Na je werkdag en vóór je de kinderen oppikt in de opvang, heb je als alleenstaande ouder niet genoeg tijd om te voet naar een grotere, goedkopere supermarkt te gaan, iets verder van huis.
    Hoe ontstaat voedselongelijkheid3
    Hoe ontstaat voedselongelijkheid3

    Een belangrijke vaststelling: we kunnen allemaal een gevoel van schaarste of stress ervaren, hetzij op financieel vlak of in de vorm van een gebrek aan tijd. Dat gevoel van stress herkent iedereen wellicht. Mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie voelen die schaarste(s) constant, op (bijna) elk moment van de dag. Wanneer stress langdurig aanwezig blijft, wordt daar ook wel eens naar verwezen als chronische of toxische stress.

    Een tegenslag kan ook een sneeuwbaleffect hebben. Gaat bijvoorbeeld de wasmachine stuk, dan is er geen geld om die te laten repareren of een nieuwe te kopen. Dus moet je naar de wasserette, wat weer een hap uit het budget én uit de beschikbare tijd betekent. Gevolg: er blijft minder geld en tijd over om gezond te eten.

    Voedselonzekerheid

    Naast voedselongelijkheid is ook de term voedselonzekerheid (‘food insecurity’) belangrijk in dit verhaal. Voedselongelijkheid leidt immers vaak tot voedselonzekerheid.

    Een voedselonzeker persoon is iemand die niet op ieder moment toegang heeft tot voldoende, veilige en voedzame voeding om een gezond en actief leven te leiden (Wereldvoedselprogramma).

    Belangrijk hierbij is dat drie factoren een invloed hebben op de voedsel(on)zekerheid:

    1. beschikbaarheid van voldoende en gezonde voeding in de omgeving, bijvoorbeeld voldoende bevoorrading van supermarkten;
    2. toegankelijkheid van voldoende en gezonde voeding, bijvoorbeeld door voldoende eigen financiële middelen of recht op voedselhulp;
    3. mogelijkheid tot gebruik, bereiding en bewaren van deze voeding, bijvoorbeeld de mogelijkheid om in te vriezen.
    Waarom werken aan voedselongelijkheid1

    Copyright: ISO800 voor SAAMO

    Let op: een voedselonzeker persoon lijdt niet automatisch honger. Maar ondervoeding kan wel een gevolg zijn van voedselonzekerheid. Zo zijn er verschillende voorbeelden van mensen die geen honger hebben, maar toch in voedselonzekerheid leven:

    • iemand die elke dag hetzelfde beleg moet eten omdat dit het enige beleg is dat wordt meegegeven door de voedselbank;
    • iemand die elke dag drie keer boterhammen eet omdat de keukeninfrastructuur te beperkt is om te koken.