Voedselongelijkheid verdient een brede aanpak, die verder denkt dan enkel voedselbedeling als pleister op de wonde. Concrete maatregelen op populatieniveau kunnen daarbij helpen. Denk bijvoorbeeld aan het goedkoper maken van groenten en fruit, structurele armoedebestrijding, ...

Onderzoekers en beleidsmakers hebben verschillende ideeën over hoe voedselongelijkheid kan worden bestreden. Meerdere oplossingen worden voorgesteld:

  • inzetten op het verhogen van voedselgeletterdheid;
  • de prijs van gezonde voeding doen dalen;
  • het voeren van een structureel armoedebeleid;
  • inzetten op de fysieke toegang tot gezonde voeding;
  • ingrepen in de voedingsindustrie (inzetten op verrijkte voeding door bv. vitaminen en/of mineralen toe te voegen aan ongezonde(re) voeding);
  • inzetten op wetgeving (het vet-, suiker-, of zoutgehalte van bewerkte voeding verlagen).

    Kortom: dé oplossing voor voedselongelijkheid bestaat niet. Zo pleit ook prof. Corinna Hawkes, directeur van het Centrum voor Voedselbeleid van de Universiteit van Londen, voor een diverse aanpak.

    Voedselongelijkheid is een complex probleem met verschillende oorzaken en belanghebbende actoren, en vraagt daarom om meerdere oplossingen. Bij het zoeken naar oplossingen voor voedselongelijkheid, is het belangrijk om rekening te houden met de verschillende gedragsdeterminanten die aan de oorzaak liggen van voedselongelijkheid. In het gedragswiel worden drie mogelijke gedragsdeterminanten beschreven: competenties, drijfveren en context. Competenties en drijfveren zijn factoren die binnen het individu zelf liggen. De context is datgene wat buiten het individu ligt.

    Enkele voorbeelden van voedselvaardigheden:

    • plannen wat je waar en wanneer eet (plannen);
    • weten wat er in een voedingsmiddel zit, waar het vandaan komt, hoe je het moet bewaren en bereiden (kiezen);
    • een maaltijd kunnen klaarmaken (bereiden);
    • bewust zijn van het belang van een gebalanceerde voedselinname (eten).
    Hoe voedselongelijkheid bestrijden1

    Keuzevrijheid

    Een heel belangrijk, maar ook complex aspect in de ongelijke toegang tot gezonde en betaalbare voeding, is het recht op keuzevrijheid. Als burger hebben we allemaal het recht om voedingskeuzes te maken, zelfs als deze ongezond zouden zijn. Wanneer we iets doen omdat het moet (=gecontroleerde drijfveer), vraagt dat te veel mentale energie, en geeft het ons minder voldoening.

    Hoe ontstaat voedselongelijkheid2a

    Toch kan die keuzevrijheid soms relatief zijn, zeker als je je in een maatschappelijk kwetsbare situatie bevindt. Dan heb je enerzijds minder keuzes, omwille van je beperkte budget of omdat je je budget niet vrij kan besteden. Zo waren er eind 2023 in Vlaanderen ongeveer 30000 personen geregistreerd met een lopende procedure van collectieve schuldbemiddeling. Anderzijds ervaar je meer drempels die een gezonde voedingskeuze moeilijk maken. Zo geven veel mensen die gebruik maken van voedselvoorziening aan dat hun keuzevrijheid beperkt is, omwille van het te beperkt aanbod aan verse producten.

    Oplossingen op lange termijn zijn nodig om gezondheidsongelijkheid te voorkomen. Zo kunnen er preventieve maatregelen worden genomen op populatieniveau, bijvoorbeeld ingrijpen in de voedselomgeving (bv. gezonde voeding goedkoper maken). Want de gezonde keuze? Dat moet de makkelijkste keuze zijn.

    De kracht van de voedselomgeving

    Vroeger focuste de gezondheidsbevordering sterk op het verhogen van de voedselgeletterdheid, waartoe voedselvaardigheden en voorkennis over voeding behoren. Dat gebeurde o.a. via voorlichtingscampagnes en educatieve materialen. Wat we eten, wordt echter niet enkel bepaald door individuele keuzes of vaardigheden. Ook de context waarin we wonen, leven en werken heeft een invloed op de keuzes die we maken. Het is dan ook de derde gedragsdeterminant volgens het Gedragswiel. Daarom wordt meer en meer ook het belang van de voedselomgeving onderzocht.

    Een recent onderzoeksrapport hanteert de volgende omschrijving
    :

    Woman chooses green grapes grocery store

    “Het begrip voedselomgeving wijst op de voedingswaarde, voedselveiligheid, prijs, informatie en promotie van voeding in de omgeving waar het dagelijks leven van mensen zich afspeelt. Het is deze omgeving die de mogelijkheden en keuzes bepaalt om een bepaald voedingspatroon te volgen. Duurzame en gezonde voedselomgevingen worden gekenmerkt door een goede bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid en zichtbaarheid van gezonde en duurzame voeding, terwijl de keuze voor niet-duurzame en ongezonde voeding wordt afgeraden”

    Departement Omgeving (Van Outrive en Cant; 2020)

    Onderzoek van Sciensano naar de voedselomgeving in Vlaanderen (2021-2023) toont aan dat een groot deel van de Vlamingen in een ongezonde voedselomgeving leeft. De context waarin ze wonen, maakt het hen op dit moment dus gemakkelijker om een ongezonde keuze te maken dan een gezonde keuze.

    Voorbeelden van maatregelen die een invloed hebben op de voedselomgeving:

    1. maatregelen op vlak van prijs;
    2. maatregelen op vlak van informatie, marketing en aanbod;
    3. ondersteunen van sociale voedselinitiatieven.

    1. Maatregelen op vlak van prijs

    Hoe voedselongelijkheid bestrijden4

    Deze maatregelen zijn veelal bedoeld om gezonde voeding goedkoper
    (met een focus op verse groenten en fruit) en ongezonde voeding duurder te maken. Dat kan met subsidies en fiscaliteit, zoals:

    • subsidies op consumentenniveau: een voorbeeld is het project Oog voor Lekkers waarbij scholen subsidies ontvangen om groenten, fruit en melk als tussendoortje aan te bieden. Scholen met meer leerlingen in een maatschappelijk kwetsbare situatie krijgen de subsidies gedurende een langere periode;
    • fiscale maatregelen, bijvoorbeeld:
    • de btw op groenten en fruit verlagen;
    • ongezonde voeding hoger belasten (bv. gesuikerde (fris)dranken).

    2. Maatregelen op vlak van informatie,
    marketing en aanbod

    Hoe voedselongelijkheid bestrijden2

    Hierbij gaat het vooral om juridische maatregelen en controle op het vlak van etikettering en marketing, zoals:

    • correcte, volledige en eenvoudige informatie op etiketten verplicht maken;
    • reclame en marketing voor ongezonde voeding (zeker naar kinderen) sterker reguleren;
    • de aanwezigheid beperken van winkels of restaurants met een ongezond aanbod in aandachtsbuurten, de schoolomgeving of andere buurten waar veel jongeren zijn;
    • maatregelen rond de samenstelling van voedingsmiddelen: onze voeding is bij voorkeur zo onbewerkt mogelijk. Maar daarnaast moet de samenstelling van bewerkte voeding gezonder worden: minder zout, minder suiker, minder vet, minder kleur- en smaakstoffen, minder andere (ongezonde) toevoegingen.

    Lees hier meer over de bestaande wetgeving en regels rond o.a. voedingslabels, kindermarketing, suikertaksen en andere prijsstrategieën die gezonde keuzes beïnvloeden.

    3. Ondersteunen van sociale voedselinitiatieven

    De knoop 1 min

    Mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie die een beroep doen op sociale restaurants, sociale kruideniers of andere sociale voedselinitiatieven, moeten
    op die plaatsen een betere toegang hebben tot gezonde voeding.

    Hierop kan ingezet worden door middel van:

    • subsidies in functie van het (gezond) aanbod;
    • subsidies in functie van personeelsmiddelen;
    • het aanreiken van hulpmiddelen die de kennis van medewerkers over een gezond aanbod vergroten;
    • educatie aanbieden aan klanten rond kookvaardigheden, bijvoorbeeld via kookworkshops, gezonde recepten, ...

    Lees hier hoe De Knoop, een vereniging waar armen het woord nemen, in Ninove inzet op het verhogen van de voedselvaardigheden (eten bereiden, voedingskennis) van hun klanten in de sociale kruidenier.

    Structureel armoedebeleid

    • Mensen met een laag inkomen hebben het mogelijks moeilijk om voldoende, gevarieerde, milieuverantwoorde en gezonde voeding op tafel te zetten. Armoede-experten en verenigingen waar armen het woord nemen (ondersteund door het Netwerk Tegen Armoede) geven al jarenlang aan dat een structurele aanpak van de armoedeproblematiek broodnodig is. Daarbij moet voedselhulp gezien worden als een vorm van (tijdelijke) noodhulp. Het kan niet de bedoeling zijn om van voedselbedelingen een definitief en blijvend systeem te maken. De uiteindelijke doelstelling is om noodhulp overbodig te maken.
    • Onderzoek van Karen Hermans (2019) bevestigt dat gebruik maken van voedselhulp weliswaar een positieve impact heeft op het inkomen van mensen met een leefloon, maar dat het de voedselonzekerheid toch nog onvoldoende terugdringt.
    • Ook Tim s’ Jongers, auteur van ‘Armoede uitgelegd aan mensen met geld’, geeft in een opiniestuk (2024) aan dat inzetten op de voedselomgeving onvoldoende is. Het structureel bestrijden van armoede is een noodzakelijke voorwaarde.

    Belangrijke elementen in structurele armoedebestrijding zijn:

    • het recht op een menswaardig inkomen;
    • de toegankelijkheid van uitkeringen vergroten/verzekeren;
    • duurzame jobs (met een eerlijk en leefbaar loon, voldoende werkuren, voldoende jobzekerheid, combineerbaar met gezinsleven, bereikbaar met openbaar vervoer…);
    • betaalbare woningen.

    Bij het Netwerk Tegen Armoede vind je meer info over die aanpak.

    Health in all policies

    Gezonde voeding aan bod laten komen in alle beleidsdomeinen die de gezondheid beïnvloeden.
    Voorbeelden zijn:

    • maatregelen om bv. het voedingsaanbod in de publieke ruimte gezonder te maken. Denk aan gratis drinkwaterfonteintjes in winkelstraten en parken, aangeduid met borden en op stadsplannen, …;
    • het landbouw- en voedingsbeleid beter op elkaar afstemmen. In dat verband lanceerde het Departement Landbouw en Visserij in 2022 de Vlaamse Voedselstrategie.