Meer dan 1 op 2 Vlamingen wil gezonder of minder eten. 4 op de 10 Vlamingen wil in de toekomst wat minder vlees eten. Dat blijkt uit een enquête van Gezond Leven, afgenomen in de zomer van 2018. De enquête peilde naar (toekomstig) eetgedrag, motivaties en testte hoe goed of slecht de nieuwe voedingsdriehoek is ingeburgerd, één jaar na lancering.

Vleesconsumptie: gisteren, vandaag en morgen

De meerderheid van de respondenten (53%) eet momenteel minstens één keer per dag vlees. Opgesplitst volgens geslacht gaat het om 59% van de mannen en 49% van de vrouwen. Naar opleiding of leeftijd waren er geen significante verschillen.

Slechts 10 van de 500 respondenten (2%) gaven aan nooit vlees te eten, en 4% eet minder dan 1x per week vlees. 

36% wijzigde vleesconsumptie

Veranderden respondenten het afgelopen jaar iets aan hun vleesconsumptie (minder, meer of ander vlees…)? 60% antwoordde negatief, 36% voerde wel een wijziging door. Die wijziging betekende bij de meerderheid onder hen (61%) een vermindering van de totale vleesconsumptie. Bij een kwart van de respondenten (25%) die iets aan hun vleesconsumptie veranderden ging het specifiek om een vermindering van rood en bewerkt vlees. 

Interessant is dat 17% aangaf bewuster om te gaan met zijn of haar vleesconsumptie, bijvoorbeeld door vaker vlees aan te kopen bij een lokale boer. Een klein percentage van de respondenten stelde méér vlees te zijn gaan eten (4%). Een gelijkaardig aantal (4%) werd het afgelopen jaar vegetariër of veganist.

Wat Hebt U Het Voorbije Jaar Veranderd Aan Uw Vleesconsumptie

Hoofdreden: gezondheid 

Op de vraag of men in de toekomst graag minder vlees zou eten, antwoordde 41% van de respondenten ‘ja’. De belangrijkste redenen om minder vlees te eten zijn de eigen gezondheid (47%), het milieu (30%) en minder dierenleed (20%). 

In de groep van dagelijkse vleeseters wil 37% zijn vleesconsumptie verminderen. Binnen de groep die 1 tot 6 keer per week vlees eet, wil 47% zijn vleesconsumptie verminderen. Van de respondenten die nu al minder dan 1x per week vlees eten, wil nog een derde zijn consumptie verder afbouwen. Dagelijkse vleeseters zijn in verhouding dus minder van plan hun consumptie te wijzigen. 

Lekker

Dé belangrijkste reden om de vleesconsumptie niet te verlagen is smaak: 65% vindt vlees lekker. Bijkomende redenen hiervoor zijn de ideeën dat men al weinig vlees eet (21%) of dat men vlees nodig heeft voor zijn gezondheid (12%). Een extra analyse van de respondenten die aangeven dat ze al weinig vlees eten, laat zien dat bijna de helft onder hen toch minstens 1 keer per dag vlees eet (46%). De enquête geeft echter geen inzicht in de hoeveelheden of portiegroottes.

Drempels

Wat maakt het moeilijk om minder vlees te eten? Respondenten die hun consumptie willen verminderen, geven deze veelvoorkomende drempels door: 

  • Het is een kwestie van gewoonte (gedrag - 38%)
  • Graag vlees eten (smaak - 36%)
  • Familie en/of vrienden zijn meestal vleeseters (sociale druk/steun - 24%)
  • Weinig kennis van goede alternatieven voor vlees (kennis - 18%)
  • Beperkt aanbod van goede alternatieven voor vlees (beschikbaarheid - 12%)


    Globaal voedingspatroon: verandering in het voorbije jaar en in de toekomst

    Wijzigden respondenten in het voorbije jaar behalve hun vleesconsumptie ook andere elementen in hun voedingspatroon?  43% beantwoordde die vraag positief.

    De meest genoemde veranderingen in het voorbije jaar zijn: 

    • Meer groenten (72%), water (69%) en fruit (65%)
    • Minder fastfood (61%), gesuikerde frisdranken (57%), zoete en zoute snacks (53%) en alcohol (41%)

    71% wil anders eten

    71% van de respondenten wil in de toekomst iets veranderen aan zijn voedingspatroon; men wil vooral gezonder (38%) of wat minder (27%) eten. 

    De meeste genoemde veranderingen onder hen die hun voedingspatroon willen veranderen in de toekomst zijn (opnieuw):

    • Meer groenten (70%), fruit (69%) en water (60%)
    • Minder zoete en zoute snacks (71%), fastfood (65%), gesuikerde frisdranken (61%) en alcohol (42%)
    Zou U Iets Willen Veranderen Aan Uw Voedingspatroon

    De belangrijkste redenen om gezonder te eten, zijn afvallen of het behouden van gewicht (33%), zo lang mogelijk gezond blijven (32%), zich energieker voelen (16%) en gezondheidsproblemen verbeteren (14%). Het gaat dus om motivaties met effecten op korte én op langere termijn. De motivatie om gewicht te verliezen kan zowel esthetische als gezondheidsredenen hebben, maar dit is niet verder bevraagd.

    Gezonder? Ik eet al gezond! 

    Van de respondenten die het voorbije jaar niets veranderden, geeft 43% aan dat ook in de toekomst niet van plan te zijn. De meerderheid onder hen vindt namelijk dat ze al gezond te eten (69%). Andere redenen die worden aangehaald zijn: 

    • Geen interesse  in gezond eten (8%)
    • Gezond eten is te duur (5%) 
    • Gezond eten kost te veel moeite of tijd (5%). 
    • Gezond eten is niet lekker (3%)

    Kennis over voeding

    Deze enquête werd afgenomen in de zomer van 2018, een klein jaar na de lancering van de nieuwe voedingsdriehoek. 85% van alle respondenten gaf aan dat ze de driehoek al gezien hadden of dat ze er al van gehoord hadden.

    Van de 15% die aangaf er nog nooit van gehoord te hebben, herkende het merendeel (83%) de driehoek alsnog bij het tonen van de afbeelding. Een jaar na de lancering bleek de omgekeerde voedingsdriehoek dus al goed ingeburgerd.

    Herkent U De Voedingsdriehoek

    Focus op plantaardig relatief onbekend als aanbeveling

    Weten respondenten ook waarvoor de voedingsdriehoek staat? In een lijst met aanbevelingen konden ze aanduiden welke 3 aanbevelingen volgens hen bij de driehoek horen. De meerderheid haalde ‘drink vooral water’ (61%) en ‘eet zo weinig mogelijk sterk bewerkte producten rijk aan vet, suiker en zout’ (51%) er goed uit. De correcte stelling ‘eet in verhouding meer plantaardige dan dierlijke producten’ werd slechts door 31% aangeduid. 37% dacht verkeerdelijk dat de stelling ‘beperk vetten’ bij de driehoek hoort. Dit illustreert de sterk verspreide misvatting dat alle vetbronnen in een gezonde voeding beperkt moeten worden. Lees hier meer over de gezondheidseffecten van oliën en vetten.

    Kennis peulvruchten beperkt

    Een extra vraag peilde specifiek naar de kennis rond peulvruchten. Bij de testing en uit opmerkingen kort na de lancering van de voedingsdriehoek bleek al dat peulvruchten weinig gekend zijn bij de Vlaming. Op de vraag om enkele peulvruchten op te noemen, kon bijna 29% van de respondenten geen correct antwoord geven. 19% slaagde erin om één correct antwoord te geven, een kleine meerderheid (52%) kon wel twee, drie of vier soorten opsommen.

    Informatiebronnen voeding

    We vroegen respondenten naar hun top 3 van informatiebronnen over voeding. Het resultaat is: 

    1. Familie, vrienden of collega’s (19%)
    2. De huisarts (15%)
    3. Kookboeken of websites van bekende chefs (14%)

    De huisarts is de meest geconsulteerde expert, en scoort beter dan de website en materialen van Gezond Leven (8%) en de diëtist (7%). De vraag vermeldde evenwel niet expliciet dat het over gezonde voeding ging, het kan dus ook geïnterpreteerd zijn als bron van inspiratie voor het koken. In de open antwoorden werden ook het internet en sociale media meermaals genoemd als bron.

    Tot slot polste de enquête of de Vlaming met bepaalde vragen zit over voeding. Een grote meerderheid gaf aan van niet (84%). Het kleinere percentage dat ‘ja’ antwoordde, gaf aan meer te willen weten over:

    • Welke voeding gezond of ongezond is (47%)
    • Praktische tips om gezond te eten (47%)
    • Hoe afvallen (37%)
    • Gezonde recepten (31%)

    De cijfers zijn afkomstig van een web-based panelonderzoek bij 500 Vlamingen uitgevoerd door Gezond Leven, in samenwerking met Checkmarket, een professioneel enquêtebureau. Zij selecteerden een panel van respondenten, representatief voor de Vlaamse populatie op de variabelen geslacht, leeftijd (18+) en provincie. 

    Volledige resultaten te verkrijgen op aanvraag bij loes.neven@gezondleven.be.

    Referentie: Online bevraging over voeding bij Vlaamse burgers. – Brussel: Vlaams Instituut Gezond Leven, 2018