De middelomtrek vult de BMI-waarden goed aan. Hij drukt uit hoeveel vet er in je buikholte is opgehoopt. Heb je té veel vet op buikhoogte? Dan loop je gezondheidsrisico’s: meer kans op hart- en vaatziektes, hoog cholesterolgehalte en dito bloeddruk en diabetes. Heb je veel vet ter hoogte van je billen en dijen? Dat is minder gevaarlijk. Je kan ook te weinig vet hebben en zo een risico op ondervoeding lopen, wat kan leiden tot spierafbraak en botbreuken.

Meet de middelomtrek met een lintmeter tussen de onderste rib en de bovenkant van het bekken. Span de lintmeter niet aan en noteer het cijfer aan het einde van een normale uitademing.

Een gezonde middelomtrek voor vrouwen is idealiter tussen 68 en 80 cm. Met een middelomtrek tussen de 80 en 88 cm loop je als vrouw een verhoogd risico op o.a. hart- en vaatziektes. Vanaf 88 cm is dat een stérk verhoogd gezondheidsrisico. Een middelomtrek kleiner dan 68 cm geeft dan weer een groter risico op ondervoeding.

Voor mannen liggen de waarden wat anders. Dan ligt je middelomtrek best tussen 79 en 94 cm. Tussen 94 en 102 cm loop je een verhoogd risico op o.a. hart- en vaatziektes en vanaf 102 cm is er een sterk verhoogd risico. Is je middelomtrek kleiner dan 79 cm? Dan loop je een groter risico op ondervoeding.

Referentiewaarden

Is je middelomtrek te hoog? Probeer dan af te vallen en vraag raad aan je huisarts, diëtist (voor gezonde voeding), of coach van Bewegen Op Verwijzing (voor beweging).

Meestal is bij een te hoge middelomtrek ook de BMI te hoog. Is de BMI niet te hoog, houd dan het resultaat van de middelomtrek aan en volg het bijhorende advies. Hier wordt namelijk rekening gehouden met het extra gezondheidsrisico van veel buikvet.

Anderzijds heeft het meten van de middelomtrek weinig zin bij personen met een BMI van 35 kg/m² of hoger. De middelomtrek biedt dan nog weinig bijkomende informatie over het risico dat met deze ernstige vorm van overgewicht gepaard gaat.

Is je middelomtrek te laag? Voorkom dat je verder afvalt, eet en beweeg gezond met de adviezen van de voedings- en de bewegingsdriehoek en/of doe een beroep op professionele hulp (huisarts, diëtist).