Voedingsreclame? Dat betekent in de meeste gevallen reclame voor niet-essentiële, ongezonde producten. Onze kinderen dragen daar letterlijk de gevolgen van. Ongereguleerde blootstelling aan reclame voor ongezonde producten beïnvloedt de voedselvoorkeuren, koopwensen en eetgewoontes van kinderen. Dat maakt hen kwetsbaar voor overgewicht, obesitas en op termijn voor welvaartsziekten zoals kanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Een andere aanpak, met een grotere rol voor de overheid, dringt zich op.

In België en ook in de rest van Europa lijden meer en meer kinderen op steeds jongere leeftijd aan overgewicht en obesitas. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat reclame voor ongezonde voeding gericht op kinderen en jongeren daarin een belangrijke rol speelt.

Reclame voor ongezonde voeding doet kinderen zin krijgen in deze producten. Ze zeuren vervolgens bij hun ouders om de producten te kopen. Kinderen zijn een makkelijke prooi voor marketing. Ze geloven bijvoorbeeld dat een voedingsproduct met daarop hun favoriete tekenfilmfiguur ook echt lekkerder smaakt.

Beschermende overheid werkt

Er bestaat (nog) geen wetgeving die voedingsreclame gericht op jongeren reguleert. Daar komt best verandering in. De Hoge Gezondheidsraad bracht recent (oktober 2022) een advies uit voor de verschillende overheden in België om dit aan te pakken. De overheid dient dit advies te vertalen in bindende regels die ook juridisch afdwingbaar zijn. De voedingsindustrie reguleert momenteel zichzelf, maar schiet daarin te kort. Onderzoek toont dit duidelijk aan. Landen met zelfregulering slagen er niet in de verkoop van ongezonde producten te verminderen, integendeel. Omgekeerd geldt dat een sterk overheidsbeleid rond voedingsreclame voor kinderen de verkoop doet afnemen. Een beschermende overheid werkt dus.

Het Vlaams Instituut Gezond Leven dringt aan op overheidsregulering waarbij de federale overheid op basis van het advies van de Hoge Gezondheidsraad samen met een groep van experten criteria vastlegt die kunnen worden toegepast op regionaal en lokaal niveau. Het is ook de overheid die sancties moet kunnen vastleggen en toepassen als de vooropgestelde regels worden overtreden. Daarvoor is er ook nood aan monitoring op regelmatige basis.

Criteria

Wat de overheid zou moeten vastleggen:

  • minimumleeftijd van 18 jaar voor blootstelling aan reclame voor ongezonde voeding
  • onafhankelijke, strenge criteria voor de verschillende categorieën van voedingsmiddelen waarvoor geen reclame gericht op kinderen is toegestaan
  • media, inclusief digitale media (TV, sociale media, games ...), sponsoring bij sportevenementen en jeugdploegen waarop de blootstelling aan ongezonde voedingsreclame moet worden beperkt
  • regels voor het gebruik van aantrekkelijke marketingtechnieken voor kinderen, zoals cartoonfiguren op voedselverpakkingen
  • tijdszones op TV wanneer er geen reclame voor ongezonde voeding is toegestaan
  • een algemeen verbod op reclame en marketing voor ongezonde voeding in settings waar kinderen veel tijd doorbrengen (school, kinderopvang ...)

Lees het uitgebreide standpunt van Gezond Leven.

Mix van maatregelen

Daarnaast blijven ook andere maatregelen belangrijk die van de gezonde keuze de gemakkelijke keuze maken. In die zin pleit het Vlaams Instituut Gezond Leven ook voor een gezond voedings- en drankenaanbod op school (zoals gezonde drankautomaten), een taks op ongezonde voeding en een overheidsgesteund gezondheidslabel op voedselverpakkingen. Naast deze omgevingsstrategieën kan verder worden ingezet op sensibilisering en educatie die kinderen voedselvaardig maken (reclamewijsheid, kennis rond gezonde voeding, kooktechnieken, menuplanning ...).