Veertig jaar lang was journalist Björn Soenens (56) verhangen aan de sigaret. Maar aan die verslaving kwam abrupt een einde toen er bij hem longkanker werd vastgesteld. Van de ene op de andere dag stopte hij met roken. “Het ging zo makkelijk dat ik me afvroeg waarom ik dit niet dertig jaar eerder heb gedaan”, zegt hij.

“Ik ben beginnen roken in 1983, ik was een jaar of vijftien”, vertelt Björn, die al sinds 2017 in Amerika woont en werkt, waar hij correspondent is voor de VRT. “Ik had een goede vriend wiens moeder een kruidenierswinkeltje uitbaatte. We zaten dus aan de bron en konden de sigaretten gewoon stiekem meepakken. Eerst rookten we in het geniep, op zolder met het dakraam open, tijdens de vakanties langs de vaart of in een draaiton in de speeltuin. Zelfs op kerkhoven tussen de graven. En die eerste sigaret is niet de ergste, het is de eerste sigaret die je inhaléért die dodelijk kan zijn. Je wordt er misselijk van en eigenlijk denk je: ‘Dit is het moment om te stoppen.’ Maar dan begin je pas, want je bent de drempel over. Het is alsof je een overgangsritueel hebt doorgemaakt. En dan ben je verslaafd.”

Bjorn 1

“Ik associeerde sigaretten altijd met plezier, met ontspanning. Maar ook met stress, met brainstormen, met creativiteit, … Kortom, met alles”

Björn Soenens

“Op school mochten we vanaf ons zestiende roken. Dat waren dan twee sigaretten tijdens de middagpauze. En thuis één ’s morgens en één ’s avonds, met toestemming van mijn ouders, die ook allebei rookten. En dan word je student, je gaat naar feestjes, krijgt meer stress en voor je het weet rook je tien sigaretten per dag. Maar ik heb er nooit meer dan vijftien gerookt, ook niet als volwassene.”

Verschillende rookstoppogingen

“Ik heb verschillende keren geprobeerd om te stoppen”, gaat Björn verder. “Om het met de woorden van schrijver Mark Twain te zeggen: ‘Niets is gemakkelijker dan stoppen met roken. Ik heb het al duizend keer gedaan.’ Mijn rookstoppogingen duurden meestal niet lang. Toen ik al in New York woonde, dacht ik tijdens zo’n poging al na een paar uur: ik blaas de Freedom Tower op als ik niet snel een sigaret krijg. (lacht) Zo verslaafd was ik. Ik associeerde sigaretten altijd met plezier, met ontspanning. Maar ook met stress, met brainstormen, met creativiteit, … Kortom, met alles. Op den duur ontwikkel je een Pavlov-reflex: alles wat je doet of voelt, of het nu positief of negatief is, wordt met sigaretten geassocieerd. Het eerste waar je ’s morgens aan denkt, is die sigaret.”

Bjorn 1

“De kanker veranderde alles. Ik heb twee dagen in het ziekenhuis gelegen en toen rookte ik niet. Ik had er ook geen behoefte aan”

Björn Soenens

“Ik had nooit last van mijn verslaving. Ja, ik had nu en dan een rochelhoest, maar ik vond dat niet echt vervelend. Ik was daardoor fysiek niet beperkt. Ik kon de trappen oplopen, ik kon sporten. Plus: ik heb een non-conformistisch trekje. Ik vind het best plezant om iets te doen wat enige weerstand opwekt en wat mensen een beetje stoort. De sigaret was mijn symbool van verzet. Maar de kanker veranderde natuurlijk alles. Ik weet nog goed dat ik mijn sigaret uitdrukte en het ziekenhuis binnenging voor een scan. Even later kreeg ik het verdict: longkanker. De kanker is toevallig vastgesteld, want ik liet me voor iets totaal anders onderzoeken. Na een covidbesmetting had ik immers een afhangend oog en verlammingsverschijnselen in de tong. Maar die hoofdscan ging iets dieper en op mijn sleutelbeen zagen ze een groot letsel. Aan veertig jaar roken kwam meteen een einde. Ik heb twee dagen in het ziekenhuis gelegen en toen rookte ik niet. Ik had er ook geen behoefte aan. Je zou kunnen zeggen dat ik gestopt ben zonder dat ik het wist, want toen ik die laatste sigaret uitdrukte, wist ik helemaal niet dat het mijn laatste zou zijn. Het zou waarschijnlijk veel lastiger zijn geweest als ik dat wél heel bewust had gedaan.”

Russische roulette

“Ik ben nooit hervallen, ik heb nooit meer de drang gevoeld om opnieuw een pakje sigaretten te kopen. Het ging zo makkelijk dat ik me afvroeg waarom ik dit niet dertig jaar eerder heb gedaan. Maar ik voel me niet schuldig over het verleden. No angry feelings. Ik erger me ook niet aan mensen die roken. Maar ik denk wel: ocharme… Ik wil geen kruisvaarder zijn. Maar ik besef wel dat ik heel veel geluk heb gehad. Want anders was roken mijn dood geworden, of door longkanker of door een hartziekte, zeker in deze stresserende job. Ik speelde Russische roulette. Oké, slechts 5% van de rokers krijgt longkanker. Maar wil je dat risico lopen? En: bij 85% van alle longkankers gaat het om rokers. Dat zegt toch iets. Longkanker is ook zo’n stille doder, je merkt het niet tot het te laat is. Bij mij is het – toevallig – vroeg vastgesteld. Ik ben ervan afgekomen met één longkwab minder, zonder chemo, zonder bestraling. Maar dat geluk heeft niet iedereen.”

Bjorn 1

“Ik zie het verschil met toen ik nog rookte. Mijn tanden zijn witter, mijn huid is beter en mijn hart voelt minder belast aan”

Björn Soenens

Ondertussen is Björn een jaar tumorvrij en voelt hij zich fit en gezond. "Ik zie ook het verschil met toen ik nog rookte”, zegt hij. “Mijn tanden zijn witter, mijn huid is beter en mijn hart voelt minder belast aan. De rokershoest was al na drie dagen weg. Eén raad die ik kan meegeven aan rokers die willen stoppen: just do it! Ik heb geen hulpmiddelen nodig gehad. Stop gewoon. En zuig desnoods op een rietje als dat helpt. Na twee, drie dagen ben je fysiek afgekickt. De rest is vooral een mentale oefening. En dat is soms lastig omdat je roken altijd linkt aan bepaalde gebeurtenissen en rituelen. Dat moet je overwinnen en dat is elke keer een nieuwe horde die je moet nemen. Laat die nieuwe gewoontes inslijten. En dat heeft tijd nodig, want soms krijg je zelfs na een jaar nog goesting. Maar als je dan kan zeggen: ‘Nee, niet voor mij’, ben je gered. Er zijn nog zoveel andere dingen waar je aan kan doodgaan, maar ik ben toch blij dat ik van het roken verlost ben.”