In een gewone tabakssigaret wordt tabak verbrand. Een elektronische sigaret werkt helemaal anders. In een e-sigaret wordt een vloeistof verhit tot damp. Je ademt dus geen rook in, maar damp. Elektronisch roken wordt daarom ook dampen of vapen genoemd.

E-sigaretten zijn er in uiteenlopende modellen, vormen en kleuren. Er is een groot gamma aan batterijen, verdampers en mondstukken. De verschillen in de bestaande types en merken hebben vooral te maken met de luchtstroomsnelheid (vereist voor de productie van damp), de drukval, de tijd dat het vloeistofpatroon meegaat, de productie van de damp …

Maar ze bevatten allemaal volgende onderdelen:

  • Een batterij
  • Een verdamper: dit is een elektronisch gestuurd verwarmingselement.
  • Een vloeistofpatroon: een vulling met e-vloeistof of e-liquid. In de vloeistof zitten water, aroma’s, propyleenglycol en/of glycerol en meestal nicotine.

Welke soorten e-sigaretten zijn er?

We kunnen verschillende generaties van e-sigaretten onderscheiden. Elke generatie heeft andere eigenschappen (vermogen, batterij, vloeistofpatroon ...).

    E Sigaret Cartomizer

    Eerste generatie

    De eerste generatie e-sigaretten bootste het uiterlijk van de klassieke tabakssigaret na. Deze wordt ook wel de ‘cig-a-like' genoemd en bestaat uit twee componenten:

    • Een batterij: (meestal) niet-oplaadbaar
    • Een ‘cartomizer’: verdamper en vloeistofpatroon (zie op foto: de losse component)

    Veel ‘cig-a-likes' zijn wegwerpmodellen. De ‘cartomizers’ zijn dan vooraf gevuld. Zodra ze leeg zijn wordt de lege huls weggegooid. Dat merk je wanneer de damp verbrand begint te smaken.

    Deze e-sigaretten kunnen gebruikt worden tot de niet-oplaadbare batterijen leeg zijn. Maar er bestaan ook ‘cig-a-likes' met herlaadbare batterijen en navulbare cartomizers.

    E Sigaret

    Tweede generatie

    Vanaf de tweede generatie krijgen e-sigaretten een ander uiterlijk. Deze worden ook wel ‘tube MODS’ genoemd en zijn groter dan de ‘cig-a-likes'. Ze hebben de volgende onderdelen:

    • Een batterij: deze batterijen zijn krachtiger dan de batterijen van de eerste generatie en ze zijn herlaadbaar.
    • Een ander vloeistofpatroon, namelijk een tanksysteem (tube tank). De gebruiker doet de e-liquid in het tankje, waar de vloeistof verwarmd wordt. Als de tankjes leeg zijn, kan er bijgevuld worden. De vloeistof wordt verkocht in een navulverpakking.
    • Mondstuk (‘drip tip’): hiermee inhaleer je de verdampte e-vloeistof.

    De batterij wordt in werking gezet door een knopje in te duwen en aan het mondstuk van de e-sigaret te trekken. Zo wordt contact gemaakt met de verdamper, die bestaat uit een lontje en verwarmingselement. Het lontje absorbeert de e-vloeistof of zuigt ze aan. Een spoel of spiraal (‘coil’), rond het lontje gesponnen en verbonden met de batterij, verhit daarna de vloeistof. Daardoor verdampt een deel ervan.

    E Sigaretten

    Derde en vierde generatie

    De derde en vierde generatie e-sigaretten of ‘box MODS’ beschikken over nog meer technische mogelijkheden. Zo kan de gebruiker zelf een aantal elementen regelen naargelang de eigen voorkeur, zoals de luchttoevoer en het voltage. Ze hebben een nog krachtigere batterij en kunnen gecombineerd worden met verschillende soorten vloeistofpatronen.

    E sigaret pod web

    Podsystemen

    Daarnaast zijn er ook ‘vape pods’ of podsystemen. Deze compacte vapepennen hebben de vorm van een usb-stick. Ze bestaan uit:

    • Een batterij
    • Vervangbare pods: deze bestaan uit een verdamper en een vloeistofpatroon. Sommige pods zijn hervulbaar. Vaak zijn deze modellen bedoeld om te gebruiken met een vloeistof met nicotinezouten.
    Wegwerpsigaret weg

    Wegwerp-e-sigaretten

    Een e-sigarettype dat snel aan populariteit wint is de wegwerp-e-sigaret. Ze bestaat al verschillende jaren, maar de technologie is de laatste jaren sterk verbeterd. Ze hebben tegenwoordig meer vermogen, langere batterijen … Maar als de batterij of de vloeistof op is, worden ze weggegooid. Dat is heel milieubelastend.

    Deze modellen zijn in allerhande flashy kleurtjes en smaken te verkrijgen. En ze zijn gemakkelijk te gebruiken. Daardoor kunnen ze ook jongeren aantrekken om te vapen. De Hoge Gezondheidsraad raadt aan om deze modellen te verbieden.

    Welke soorten e-liquids zijn er?

    De vloeistof wordt vaak e-vloeistof, e-liquid en soms ook e-juice genoemd.

    In de vloeistof zitten water, aroma’s, propyleenglycol en/of glycerol en meestal nicotine. De gebruiker kan een keuze maken uit verschillende nicotinegehaltes. Die worden uitgedrukt in mg/ml, bv. 11 mg/ml. In aroma’s of smaakjes is er eindeloos veel keuze: fruitsmaakjes, tabakssmaken, smaakjes die verwijzen naar kruiden, alcohol, zoetigheid, chocolade, koffie, karamel …

    Deze vloeistof wordt verdampt in de e-sigaret. De propyleenglycol zorgt daarbij voor de zichtbare damp.

    Nicotine

    De meeste ex-tabaksrokers die (ook) dampen gebruiken vloeistofpatronen met nicotine.Ex-rokers die volledig geswitcht zijn naar de e-sigaret hebben die stof immers nodig om hun nicotineverslaving te onderhouden. De nicotine zit in de in- en uitgeademde damp. Zo raakt de ex-roker aan zijn dosis. Nicotine hoeft dus niet uit tabak te komen. Maar er bestaat ook vloeistof die geen nicotine bevat.

    E-sigaretten van de tweede en derde generatie zijn efficiëntere bronnen van nicotine dan e-sigaretten van de eerste generatie. De mate waarin een e-sigaret nicotine afgeeft, hangt ook af van het nicotinegehalte in de vloeistof, van de samenstelling van de vloeistof en van de 'puffing' (of ‘vaping’)-techniek van de gebruiker. Concreet: het aantal of de frequentie van trekjes, de tijd tussen de trekken …

    Vrije nicotine of nicotinezouten

    Een vloeistof voor e-sigaretten kan vrije nicotinebase bevatten (‘freebase’ nicotine). Dat is nicotine in zijn puurste vorm. Die zorgt er in tabakssigaretten voor dat nicotine sneller wordt geabsorbeerd en dat ze verslavender zijn. Ook in e-liquid wordt ‘freebase’ nicotine gebruikt. Deze liquids zijn geschikt voor een groot aantal toestellen. Bij hoge dosis kunnen ze een ruw gevoel in de keel geven.

    Bij een vloeistof met nicotinezouten is de nicotine gebonden aan een andere stof, zoals lactaat, benzoaat, levulinaat … Die zijn zachter voor de keel, ook bij een hogere dosis nicotine. Tevens wordt de nicotine dan heel snel in het bloed opgenomen.