Bij diabetes type 1 produceert het lichaam zelf geen insuline, het hormoon dat je bloedsuikerspiegel regelt. De insuline moet dus altijd toegediend worden. Diabetes type 1 kan je niet voorkomen of genezen. Wel is lichaamsaanbeveling aangewezen samen met andere wijzigingen in de levensstijl en insulinebehandeling.

Waarom bewegen bij diabetes type 1?

Als je diabetes types 1 hebt, kan bewegen gunstig zijn voor het verdere verloop van de ziekte maar het wetenschappelijk bewijs hiervan is op dit moment erg beperkt. Er is tot op vandaag geen bewijs dat regelmatig bewegen het risico op het ontwikkelen van diabetes type 1 kan verminderen.

Hoeveel en op welke manier iemand met diabetes type 1 best beweegt, is persoonsgebonden. Wat voor de ene werkt, werkt niet per se ook voor de andere. Daarom is persoonlijke begeleiding van een beweegprofessional, zoals een kinesitherapeut of Bewegen Op Verwijzing-coach nodig. Lichaamsbeweging bij diabetes type 1 heeft bewezen voordelen voor de gezondheid. Maar het kan ook leiden tot een te lage bloedsuikerspiegel of tot verhoogde glucoseniveaus. Hierdoor zal de persoon in kwestie de beweegoefeningen onmogelijk kunnen voortzetten.

Hoeveel beweeg je best bij diabetes type 1?

Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van aerobe lichaamsbeweging en spierversterkende oefeningen kan leiden tot:

  • een betere levenskwaliteit;
  • een beter uithoudingsvermogen;
  • een beter HbA1c-gehalte in het bloed en
  • een kleiner risico op microvasculaire complicaties.

Het bewijs hiervoor is echter van lage tot zeer lage kwaliteit. Verder onderzoek is nodig om zeker te zijn van deze voordelen. Wat wel al bewezen is, is dat voldoende lichaamsbeweging een gunstig (preventief) effect heeft op hart- en vaataandoeningen. Aangezien diabetes type 1 een hogere kans geeft op het ontwikkelen van deze aandoeningen, is het dus aangewezen om voldoende te bewegen in het dagelijks leven.

Om de bovenstaande effecten te bekomen (die een lage tot zeer lage bewijskracht hebben), wordt bij diabetes type 1 de volgende hoeveelheid beweging aanbevolen:

Aerobe lichaamsbeweging° Spierversterkende activiteiten
Intensiteit Duur Frequentie Aantal* Herhalingen** Sets*** Sessies
Ten minste 150 min/week 3-7 keer/week 8-10

8-12

2-4 2-3 sessies/week
OF
Hoog°°
Ten minste 75 min/week 2-3 per week 5-10 5-10 2-3 2-3 per week
Of een equivalente combinatie van matige en hoge intensiteit°°°°

*bv. squats, push-ups... ** aantal keer je de oefeningen doet bv. 10 squats... ***bv. 2 à 3 keer 10 squats... °matig of hoog intensieve beweging waarbij je sneller gaat ademen en je hart sneller slaat. °°Hartslag en ademhaling gaan sneller bv. wandelen of fietsen... °°°Hartslag en ademhaling zijn veel sneller en je zweet bv. stevig doorwandelen of joggen, bergop fietsen, in de tuin werken... °°°° Bv. gedurende minstens 90 min/week (30 min 3 dagen/week, waarbij 1/3 aan matige intensiteit en 2/3 aan hoge intensiteit).

De aanbevolen lichaamsbeweging bij type 1 diabetes voldoet aan de algemene beweegaanbevelingen.

Welk soort beweging doe je best bij diabetes type 1?

Een combinatie van aerobe lichaamsbeweging en spierversterkende oefeningen kan leiden tot positieve gezondheidseffecten bij diabetes type 1. Verantwoord opbouwen en stap voor stap vooruitgaan is de boodschap: elke stap telt!

7 beweegtips voor wie lijdt aan diabetes type 1:

  • Gebruik de bewegingsdriehoek om te starten.
  • Het is belangrijk dat je beweegt op jouw maat. Daarom ga je best eerst langs bij een kinesitherapeut. Na de kinesitherapie blijf je best zelfstandig in beweging. Hiervoor kan je eventueel beroep doen op een Bewegen Op Verwijzing-coach. Zo’n coach werkt samen met jou een beweegplan op maat uit en zoekt daarbij naar makkelijke manieren om meer te bewegen in het dagelijkse leven. De coach motiveert jou om vol te houden en om je beweegdoelen te halen.
  • Meet je bloedsuikergehalte (‘bloedglucose’) voor en na elke inspanning. Om een te lage bloedsuikerspiegel te voorkomen (hypoglycemie) als gevolg van je inspanning, moet de insulinedosis verminderd worden en moet je voor, tijdens en na de lichaamsbeweging koolhydraten eten. Door een continue monitoring kan je de bloedglucoseniveaus in real time controleren tijdens de training.
  • Laat maximaal 2 dagen tussen 2 trainingssessies om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden en krijgen.
  • Personen die een hoog risico op hart- en vaatziektes lopen, moeten de aerobe lichaamsbeweging starten op een laag tot matig niveau. Na enkele weken kunnen ze langer en intensiever gaan sporten.
  • Ga eerst langs bij je huisarts als je…
    • een hart- en vaatziekte hebt of er symptomen van vertoont. Je moet daar eerst voor behandeld worden alvorens te starten met een bewegingsprogramma.
    • een verhoogd risico hebt op hart- en vaatziekte door diabetes, chronische nierziekte en/of chronische ontstekingsziekten.
    • een aanzienlijk verhoogde bloeddruk of cholesterol hebt en/of er meerdere cardiovasculaire risicofactoren zijn.
    • beweegt aan hoge intensiteit zonder stapsgewijze aanpassingen aan het intensiteitsniveau tijdens een sessie of tussen sessies.
  • Draag schokabsorberende schoenen. En controleer de voeten regelmatig op wonden. Dat is vooral belangrijk bij personen met perifere neuropathie.