Er zijn vier verschillende rijen in de matrix: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, zorg en begeleiding. Dit zijn verschillende manieren waarop je gezondheid kan bevorderen en waarop je van de organisatie een ‘gezonde omgeving’ kan maken voor jongeren en voor medewerkers.

Educatie

Je kan als organisatie in de jeugdhulp de competenties die jongeren nodig hebben om gezond te leven, verhogen via educatie. Zo ook voor medewerkers: denk aan de competenties die zij bijvoorbeeld nodig hebben om de jongeren te motiveren tot een gezonde leefstijl. Met competenties wordt bedoeld:

  • Kennis: kennis over gezonde voeding, wat roken met je lichaam doet, waarom gezonde binnenlucht zo belangrijk is, hoeveel je per dag best beweegt om in vorm te blijven … Kennis bevorderen wordt vaak gelinkt aan ‘lesgeven’ of educatieve pakketten, maar dit kan ook op een zeer speelse manier gebeuren (zie ook Inspirerende praktijken), wat beter past bij de context van jeugdhulp.
  • Inzicht: inzicht in eigen motieven en die van anderen om te roken, inzicht in eigen voedingsgewoonten, in omgaan met verleidingen of leefregels …
  • Vaardigheden: om een gezonde leefstijl te hanteren, hebben jongeren ook bepaalde vaardigheden nodig. Het gaat dan over technische, sociale, culturele en emotionele vaardigheden om gezond te leven (bv. hoe maak je een gezonde soep, voldoende assertief zijn om neen te zeggen als vrienden een sigaret aanbieden …)
  • Attitude: dit gaat over de houding tegenover een gezonde levensstijl, de aanwezige normen en waarden over roken, voeding, beweging, lang zitten of tv-kijken …

Omgevingsinterventies

Dit gaat over maatregelen die de organisatie kan nemen om de omgeving voor de jongeren zo gezond mogelijk te maken. Onder fysieke maatregelen vallen bijvoorbeeld het aanleggen van een moestuin, voorzien van sport- en spelmateriaal, vervangen van loden leidingen, voorzien van fietsen, statafels… Het gaat hierbij dus vaak over de accommodatie van de organisatie. Sociale maatregelen kunnen gaan over: de voorbeeldfunctie in gezond gedrag van bijvoorbeeld personeel, het zich sociaal veilig voelen in de groep door het vermijden van pestgedrag, het werken aan een motiverend organisatieklimaat door respectvolle omgang met elkaar en een gevoel van betrokkenheid van de jongeren bij het beleid.

Afspraken en regels

Hiermee bedoelen we afspraken en regels die (on)gezond gedrag aanmoedigen of afraden. Regels en afspraken over gezondheid kunnen dus beperkend of stimulerend zijn. Dit vertaalt zich in de jeugdhulp in het huisreglement, de visie van de organisatie op gezondheid, afspraken onder begeleiders in team … Bij het thema roken zullen er bijvoorbeeld vaker beperkende afspraken voorkomen (bv. rookverbod) dan bij het thema voeding.

Zorg en begeleiding

Deze strategie gaat over het tijdig voorkomen van bepaalde ziekten of aandoeningen door bedreigende factoren voor de gezondheid (gezondheidsrisico’s) weg te nemen, te beperken, of door beschermende factoren te versterken. Jeugdhulporganisaties doen aan:

  • (vroeg)detectie: bv. signaalfunctie van begeleiders m.b.t. eetstoornissen
  • (vroeg)interventie: bv. rookstopondersteuning voor jongeren voorzien
  • doorverwijzing naar de zorg: bv. samenwerking met geestelijke gezondheidszorg, diëtisten, huisartsen …

Een kleine oefening

Hieronder staan enkele activiteiten. In welke cellen van de gezondheidsmatrix zou je die plaatsen?

  • Gezonde kookworkshop met ouders
  • Het goede voorbeeld geven
  • Maximum 2 ongezonde snacks per week
  • Doorverwijzen naar een diëtist
  • Elke dag verse soep aanbieden
  • Spel ‘Lekkerbekjes’ spelen