In de oriëntatiefase leren de leerlingen elkaar kennen en tasten ze af hoe ze zich moeten gedragen om erbij te horen. Deze fase komt voornamelijk voor in het begin van het schooljaar, maar kan ook kort terugkomen na een schoolvakantie of wanneer er leerlingen bijkomen of weggaan.

Hoe herken je deze fase?

  • De klasgroep bestaat uit losse individuen of veilige duo’s en trio’s. Leerlingen vormen deze duo’s en trio’s op basis van oppervlakkige gelijkenissen zoals hobby’s, muziekkeuze of kledingsstijl.
  • Soms vertonen leerlingen negatief gedrag om erbij te horen. Ze doen zich bijvoorbeeld stoerder voor omdat ze weten dat medeleerlingen meekijken.
  • Leerlingen zijn heel afhankelijk van jou als leerkracht voor praktische informatie en welke gedragsnormen gelden. Leerlingen wachten daarom af en kijken goed naar hoe jij in interactie gaat en reageert. Ze zijn erg gevoelig voor gelijke behandeling.
  • De gesprekken blijven oppervlakkig en zullen vaak over de taak, het resultaat, een vaardigheid of kennis gaan. In grote groep is het nog onveilig om iets persoonlijks te vertellen.
  • Leerlingen houden afwijkende meningen voorlopig voor zich, om de goede vrede te bewaren of omdat ze bang zijn voor wat de anderen daarvan denken.

Wat is jouw rol in deze fase?

Jij bent de leider die de groep aanstuurt.

In deze periode zet je de juiste toon door positieve normen te installeren. Tegelijk kan je de klasgroep ook weerbaar maken voor de groepsnoden die nog zullen volgen. Je bouwt hier een belangrijke basis waarop je later kan terugvallen en bouwen in moeilijkere tijden, vandaar dat men vaak spreekt over ‘gouden weken’. Neem de leiding in handen en installeer afspraken en regels, je zal jezelf nadien erg dankbaar zijn!

Hoe doe je dit?

  • Ondersteun de emotionele veiligheid en verbinding, bijvoorbeeld door positieve kennismaking te faciliteren;
  • Geef informatie en duidelijkheid en maak afspraken;
  • Geef het goede voorbeeld: walk your talk!;
  • Leer sociale vaardigheden aan en stel positieve normen voorop;
  • Gebruik coöperatieve didactische werkvormen.

Werkvormen

Kennismaking, verbinding en energizers
Deze werkvormen helpen je leerlingen op een positieve manier met elkaar kennis te maken. Ze vergroten ook de onderlinge verbondenheid en het positief zelfbeeld van de groep.

Afspraken, structuur en regels
Door afspraken en regels te installeren, bied je structuur en veiligheid die de leerlingen in deze fase nodig hebben. Je bepaalt welke richting de groep zal uitgaan op een moment waarin je het meeste impact hebt op de klasgroep

Sociale vaardigheden aanleren
Met deze werkvormen werk je proactief aan de veerkracht van de groep om later groepsdynamische uitdagingen aan te gaan: conflicten oplossen, respectvol communiceren, elkaar laten uitspreken en luisteren.

Coöperatieve werkvormen
Deze werkvormen geven een gestructureerde en veilige omgeving om leerstof te behandelen, elkaar beter te leren kennen en beginnend samen te werken. Houd de rollen en interactiemogelijkheden voorlopig eenvoudig en laat leerlingen samenwerken in kleine groepjes (2-4pers).