Thema: ondervoeding

Regio: Vlaams-Brabant

Aantal WZC in begeleiding: 2

Statuut als procesbegeleider: zelfstandig

Mijn job naast procesbegeleiding in WZC: diëtiste

Mijn hoofdopleiding: bachelor in de dieetleer

Gestart als procesbegeleider sinds: september 2020

Mijn motivatie om procesbegeleider te worden: 

“Ten eerste vond ik het belangrijk dat het hoofdstuk ‘voeding’ bij een diëtist terecht zou komen, omdat onze expertise toch daar ligt. Ook krijgt het luik ‘ondervoeding’ vaak te weinig aandacht, en vond ik het een heel mooi initiatief van jullie om dit te belichten. Tot slot vond ik het belangrijk om ons beroep eens in een ander daglicht te zetten. Diëtisten worden nog te vaak aan vermagering gelinkt, maar het houdt veel meer in dan dat.”

Dit geeft me energie als procesbegeleider:  

“Ik hou van de dynamiek van teamwerk. Als zelfstandige werk ik vaak op een ‘eilandje’. Nu stond ik in contact met mensen op verschillende niveaus, was er veel interactie, dingen werden besproken … Heel boeiend om ervaringen uit te wisselen en te kijken hoe anderen problemen aanpakken! Na een begeleidingsmoment kom ik altijd met een goed gevoel buiten.”

Wat ik zelf nog bijleer als procesbegeleider:  

“Ik had nog nooit in een woonzorgcentrum in team gewerkt; enkel sporadisch als zelfstandig diëtist om individuele bewoners te begeleiden. Dit nu van dichtbij ervaren, is een groot pluspunt. Het is heel leerrijk om te zien hoe de dingen in de praktijk worden aangepakt. Zo’n project is eigenlijk constant aftasten, aanvoelen en bijleren.”

Mijn meerwaarde als procesbegeleider voor woonzorgcentra:  

“Onze kennis rond voeding is een serieuze meerwaarde. Dat zeg ik met veel respect voor het zorgpersoneel, die enorm hun best doen. Maar vaak worden dingen met de natte vinger opgelost. Met de beste bedoelingen hoor, vaak uit onwetendheid. Eiwitpoeder dat verkeerd gebruikt wordt bijvoorbeeld.”

“Ook moeten woonzorgcentra roeien met de riemen die ze hebben, door gebrek aan personeel en tijd. Wij kunnen dan als externen bekijken welke oplossingen mogelijk zijn. Een blik van buitenaf is vaak beter.”

Een leuke anekdote die ik wil delen:

“Een woonzorgcentrum was al een tijdje bezig met experimenteren rond fingerfood: kleine hapjes die bewoners zelfstandig met hun handen kunnen eten. Ik heb hen toen getipt om die try-out ook te communiceren naar externen: familie, mantelzorgers,… Met de gezondheidsmatrix in het achterhoofd. Gelukkig maar, want één van de familieleden zei achteraf tegen de kok: ‘Goed dat ik wist dat het om een proefproject ging. Als ik had gezien dat ons ma met haar handen at zonder dat ik wist wat er gaande was, zou ik denken: ‘O jee, nu gaat ze wel serieus achteruit…’”