Dr. Tessa Avermaete is fan van halfhalf: "We mogen onze rol als burger niet onderschatten"

13.11.2023

Tessa Avermaete is postdoctoraal onderzoeker aan de faculteit Bio-economie van de KU Leuven. Haar onderzoek focust zich op duurzame voedselsystemen, landbouw(economie), voedselzekerheid en duurzame voedingspatronen. Ze heeft ook expertise en werkervaring op het vlak van wetenschapscommunicatie.

Is het vanuit milieu- en klimaatoogpunt slim om in te zetten op halfhalf? Of is dat een druppel op een hete plaat?

“Er valt veel te zeggen voor het verminderen van onze vleesconsumptie. Mensen vragen me wel eens: “Ja maar, ik eet al een keer in de week minder vlees. Heeft dat nu zo’n grote impact?”. Ja dus. De wetenschap is het hierover absoluut eens: het huidige niveau van onze vleesconsumptie, en zeker van vlees van herkauwers, heeft een onbetwistbare impact op het milieu en het klimaat. Je kan dus inderdaad stellen dat het bijzonder slim is om in verhouding meer plantaardig te eten."

Tessa Avermaete

"De wetenschap is het erover eens dat het slim is om in verhouding meer plantaardig te eten: het heeft een lagere milieu-impact”

Tessa Avermaete, expert duurzame voeding KU Leuven

"Dat wordt ook aangetoond in wetenschappelijke studies die de milieu-effecten onderzoeken van een vermindering van dierlijke consumptie in regio’s met een hoge vleesconsumptie. Zo’n reductie heeft een enorme invloed, zowel op landgebruik als op emissies. Er zijn veel studies die tot dezelfde conclusie komen en aantonen dat we wat dat betreft echt wel een verschil kunnen maken.”

Zijn er nog andere pistes om de milieu-impact van ons voedingspatroon te verlagen?

“Natuurlijk. Ik denk in eerste instantie aan het allereenvoudigste: het vermijden van flessenwater. Ons kraanwater is van uitstekende kwaliteit. Door frisdrank wat vaker te vervangen door kraanwater heb je nog eens dubbele winst: je spaart op je milieu-impact én het heeft een positief effect op je gezondheid.”

Wat kan je nog doen als consument?

“Meer seizoensgebonden eten en vermijden dat je voedsel moet weggooien, bijvoorbeeld. De maatschappij moet dat stimuleren, maar hoort ook prioriteiten te stellen omdat bepaalde acties nu eenmaal grotere milieuwinsten geven dan andere. Eén van die prioriteiten kan bijvoorbeeld zijn om ervoor te zorgen dat het bord dat voor ons staat meer in balans is: meer groenten en peulvruchten en minder dierlijke producten."

Tessa Avermaete

“Wetenschappelijk gezien is meer plantaardig eten de juiste prioriteit. De halfhalf-boodschap is hiervan een goede vertaling”

Tessa Avermaete, expert duurzame voeding KU Leuven

"Dit geeft bovendien ook een signaal naar de rest van de keten: zet in op het telen en ontwikkelen van goede alternatieven. Daar liggen ook voor onze eigen voedselketen nog heel wat opportuniteiten te rapen.”

Dus er is nog plaats voor dierlijke producten in een milieuverantwoord voedingspatroon?

“Uiteraard. Als je puur vanuit het oogpunt van het milieu kijkt, is dierlijke productie nodig in een circulair systeem. Het belang van mest en het inzetten van grondstoffen die wij als mens niet kunnen eten, is toch aanzienlijk. Wie dus graag nog eens een stukje vlees eet, is dus absoluut geen boeman die het milieu om zeep wil helpen. Het moet alleen met veel mínder vlees.”

Hoe belangrijk is het om als burger te werken aan een beter voedingspatroon?

“We mogen onze rol niet onderschatten. We kunnen als consument heel wat in beweging brengen in de rest van de keten. Als de vraag naar goede alternatieven stijgt, kan ook de markt voor deze producten groter worden. Heel wat voedingsbedrijven spelen daar nu al op in.

Ik denk vaak terug aan mijn eigen studententijd in Leuven in de jaren ‘90. Er was slechts één restaurant met een plantaardig aanbod, Lukemieke. Ook in de studentenrestaurants was er nauwelijks aandacht voor vegetarische, laat staan plantaardige, maaltijden. Vandaag is die situatie volledig anders. Het aanbod is enorm uitgebreid en dat komt onder meer doordat de mindset van de consument is veranderd. Mensen zijn zich meer bewust van het belang van plantaardige voeding en leggen daardoor meer druk op de aanbieders. Als burger heb je ook invloed op de politiek: wij kunnen tonen dat er wel degelijk vraag is naar volwaardige plantaardige voeding.”

Als vraag en aanbod elkaar zo beïnvloeden, hoe belangrijk is het dan nog om een richtlijn zoals halfhalf naar voor te schuiven?

“Die zal zeker helpen. Mensen hebben een basis nodig, een houvast. Wetenschappers en beleidsmakers halen de ‘40% dierlijk en 60% plantaardig’-doelstelling aan om de eiwitverhouding in ons voedingspatroon te verbeteren. Maar wie houdt zich daar mee bezig? Welke consument kan dit vertalen naar de eigen keuken, enkel en alleen op basis van alle labels en informatie op het product?

Tessa Avermaete

“Een richtlijn zoals halfhalf is eenvoudig om over te brengen en om mee aan de slag te gaan”

Tessa Avermaete, expert duurzame voeding KU Leuven

"Maar de boodschap: ‘ga de helft van de week voor plantaardig en eet de rest van de week als je zin hebt kip, of een keertje rood vlees of vis’, is een heel duidelijke richtlijn die je kan toepassen in je eigen leven.

Het is ook een eenvoudige richtlijn om te verwerken in bijvoorbeeld lespakketten voor lagere scholen. We kunnen niet verwachten dat leerkrachten die complexe boodschappen zelf gaan interpreteren en omzetten in didactisch materiaal. Halfhalf is dan een dankbare tool waar een leerkracht creatief mee aan de slag kan.”

Is halfhalf haalbaar, denk je?

“Ik denk het wel, maar we staan er vandaag nog gigantisch ver vanaf. Instellingen en organisaties kunnen nog heel wat initiatieven nemen om halfhalf te bevorderen. Want zelfs in zorginstellingen als ziekenhuizen worden de aanbevelingen voor gezonde voeding niet opgevolgd. Ook in onze studentenrestaurants zijn er nog heel wat verbetermogelijkheden. Hoewel er daar vaak een vegetarisch alternatief wordt aangeboden, is dat meestal beperkt tot slechts één gerecht. Het is nog altijd niet overal heel goed ingeburgerd.”

Wat kan de overheid doen?

"Openbare aanbestedingen bieden een mooie kans om te sturen en een minimumnorm voorop te stellen. Dat is wat wij binnen ons departement aan de KU Leuven doen wanneer we een event organiseren. Het standaardaanbod is een vegetarische broodjeslunch, met een niet-vegetarisch alternatief voor wie daarvan wil afwijken. De norm gewoon omdraaien is al een sterk signaal. Hierdoor bereiken we alvast een gedragsverandering.”

Hoe pas jij halfhalf toe ?

“Ik eet vaak een plantaardige maaltijd, maar ik kies ook zeker nog enkele keren voor gevogelte en zuivelproducten. Ik loop behoorlijk veel en voor mij werkt zo’n voedingspatroon het best. Je kan ook als sporter perfect voor een volledig plantaardig menu kiezen, maar het moet passen bij je levensstijl. Voor mij zou het als actieve sporter een hele uitdaging zijn om voldoende eiwitten binnen te krijgen als ik die enkel uit plantaardige bronnen zou halen.”

VIGL halfhalf emailbanner