Een betere gezondheid voor elke Vlaming mogelijk vanaf 2019: steden en gemeenten aan zet! 

21.09.2018

Het Vlaams Instituut Gezond Leven peilde in aanloop naar de lokale verkiezingen van 14 oktober 2018 bij verschillende partijvoorzitters naar hun kijk op preventie en de rol van de steden en gemeenten. Een boeiend gesprek met uiteraard heel wat verschillende meningen maar met één rode draad: steden en gemeenten hebben meer dan ooit de sleutel in handen voor een betere gezondheid voor iedere Vlaming.  

Vlaamse steden en gemeenten hebben de afgelopen jaren meer dan ooit ingezet op gezondheidspromotie. Als we aan partijvoorzitters Wouter Beke, John Crombez, Bart De Wever, MeyremAlmaci, Peter Mertens en Gwendolyn Rutten vragen of zij dit kunnen beamen, knikken zij eensgezind.  

Van Gezonde Gemeente tot circulatieplan

Zo vertelt CD&V-voorzitter Wouter Beke over de gemeente Temse die met het project Gezonde Gemeente niet alleen burgers aanzette tot een gezondere leefstijl, maar ook het personeel een gezondere werkomgeving boodVoorzitter van de sp.a John Crombrez heeft het over Kortrijk, waar gezondheid en armoede deze legislatuur een speerpunt was. Groen-voorzitster MeyremAlmaci denkt meteen aan het circulatieplan van stad Gent, wat voor haar een mooi voorbeeld is van hoe je via de omgeving werkt aan een betere gezondheid van de inwoners.  

Projecten en lange termijn?  

Lebbeke heeft dan weer geïnvesteerd in fitnesstoestellen in de openbare ruimte en Zele in het project 10.000 stappen, volgens Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten. N-VA-voorzitter Bart De Wever vult aan met voorbeelden als gezonde voeding in woonzorgcentra en scholen, natuurloopparcours of de naleving van het alcohol en drugbeleid. Peter Mertens, voorzitter van PVDA ten slotte heeft veel erkenning voor deze initiatieven, maar vindt het jammer dat gemeentelijk zwembaden gesloten worden en dat preventie vaak op projectmatige basis gebeurt

Er bestaan bijvoorbeeld initiatieven om het psychisch welbevinden te bevorderen of om minder anti-depressiva te slikken maar er ontbreekt een groot plan om de combinatie arbeid en gezin dragelijk te maken en trekt de regering de pensioenleeftijd bewust op. Dit getuigt volgens hem van een gebrek aan langetermijnvisie en houdt extra risico’s in voor de allerzwaksten.   

Aandacht voor kwetsbare groepen 

Dat brengt ons bij de gezondheidskloof (hoger opgeleiden leven langer en gezonder dan lager opgeleiden), en wat steden en gemeenten de volgende 6 jaar hieraan kunnen doen. John Crombez en Wouter Beke zien heel wat mogelijkheden met de oprichting van de regionale eerstelijnszones. Gemeenten hebben als het meest nabije bestuursniveau een bijzonder goed zicht op lokale noden en kunnen hiervoor snel partners mobiliseren. Daarnaast zal de rol van de lokale dienstencentra en de sociale huizen alleen maar belangrijker worden. 

Peter Mertens droomt van een meer inclusieve samenleving waar iedereen meer gelijke kansen heeft op een gezond leven. Hij heeft het over ‘onderconsumptie van preventie’. Zo laten kwetsbare groepen zich minder screenen op borstkanker en minder stipt vaccineren. Gemeenten hunnen die groepen meer actief benaderen. Inzetten op meer wijkgezondheidscentra is voor Peter Mertens een zeer effectieve en goede strategie. Dit idee zijn John Crombez en Meyrem Almaci eveneens zeer genegen.  

Gezondheidswijsheid, integraal beleid en lokale dienstencentra 

Gwendolyn Rutten erkent het fenomeen van onderconsumptie. Maar voor haar is vooral inzetten op meer gezondheidswijsheid cruciaal. Veel patiënten begrijpen niet altijd wat hun arts vertelt. Inzichten uit de gedragswetenschappen (psychologie, communicatie…) kunnen ons volgens haar hierbij helpen. Bart De Wever ziet kansen door de samenvoeging van het OCMW in de gemeente en de gemeentefusies. 

Want dit gaat de lokale besturen meer slagkracht geven om werk te maken van een meer integraal beleid, een beleid dus waarbij verschillende beleidsdomeinen samenwerken om gezamenlijk doelen te bereiken. Wouter Beke haalt nog aan dat hij sterk gelooft in de uitbouw van de lokale dienstencentra en de sociale huizen in de gemeenten. Die zorgen voor meer buurtgericht werken. Opnieuw benadrukt MeyremAlmaci het belang van een gezonde publieke ruimte, minder luchtvervuiling of goede fietsinfrastructuur. Volgens haar zijn het vooral kwetsbare groepen die getroffen worden wanneer hierrond niks gebeurt. 

Gezonde publieke ruimte 

Laten we het over die gezonde publieke ruimte hebben. Een schepen die 10 autoparkeerplaatsen schrapt wordt niet opnieuw verkozenVoor het gezelschap is deze uitspraak veel te zwartwit. Voor Bart De Wever is het schrappen van autoparkeerplaatsen geen taboe. Al mag je volgens hem deze maatregelen de mensen niet door de strot duwen.  Volgens Gwendolyn Rutten is elke lokale situatie anders en dus ook elke oplossing. Voor haar draait het in dit geval om dialoog en draagvlak bij de bevolking. Wouter Beke beaamt het belang van overleg met inwoners en handelaars. Samen met hen kunnen we werk maken van meer kwaliteitsvolle woon- en leefomgevingen 

Meer dan openluchtparking 

Meyrem Almaci erkent dat burgerbetrokkenheid belangrijk is. Bij Groen is dit al jarenlang aandachtspunt. Je moet met de burgers in dialoog gaan. “Uit onderzoek blijkt wel dat het draagvlak voor een meer ecologische verkeersveilige inrichting van een gemeente is de laatste jaren wel sterk gegroeid is.” Ook voor John Crombez is de publieke ruimte meer dan een grote openluchtparking. “Als we investeren in meer groen zorgt dit niet alleen voor minder fijn stof, meer verkoeling en meer gezelligheid, maar leidt dat ook tot meer stappen en fietsen in de gemeentekern”, zegt John Crombez nog. 

Peter Mertens is het hiermee eens en voegt toe dat het ook belangrijk is om voldoende alternatieven zoals beter en goedkoper openbaar vervoer nodig zijn om mensen uit hun wagen te krijgen. Ook voor Wouter Beke is meer groen gekoppeld aan alternatieven zoals deelauto’s en -fietsen en toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer belangrijk. Zo maak je van de meest gezonde keuze de meest makkelijke keuze en voorkom je dat je mensen gaat beschuldigen. 

Wat bepaalt onze gezondheid? 

Gezondheid is een samenspel van genen, de organisatie van de gezondheidszorg, je leefstijl en de leefomgeving. Kunnen we hier een volgorde in maken? Iedereen is het erover eens dat dit geen eenvoudige vraag is. Gwendolyn Rutten zet genen op één maar ontkent uiteraard niet dat ook leefstijl en leefomstandigheden een rol spelen. Peter Mertens en MeyremAlmaci op hun beurt zetten de leefomgeving bovenaan, omdat je hier de ganse bevolking en de meest kwetsbaren in het bijzonder het best mee bereikt. En John Crombez kiest voor de organisatie van de gezondheidszorg waar nog heel veel verbeteringen mogelijk zijn. ,  

Complex samenspel van factoren 

Toch kan die organisatie van de zorg nog een stuk beter. Zeker wat betreft de toegankelijkheid. Culturele en financiële drempels moeten prioritair en samen aangepakt worden zeggen John Crombez, Peter Mertens en MeyremAlmaci. Noch Wouter Beke, noch Bart De Wever wagen zich aan een volgorde. Wouter Beke merkt op dat de organisatie van de zorg slechts 20% van iemands gezondheid bepaalt en vraagt bijzonder aandacht voor nieuwe kwetsbaarheid. Niet iedereen heeft voldoende sociaal kapitaal om zorg in de eigen omgeving te organiseren.  

Omwille van die complexiteit en het samenspel van veel factoren benadrukt Wouter Beke het belang van verschillende beleidsdomeinen die samenwerken voor een betere gezondheid voor iedereen. Ook op lokaal niveau. Bart De Wever stelt dat leefstijl een persoonlijke keuze is waarop je als overheid best niet ingrijpt. Zijn collega’s vinden het eerder een en-en-verhaal. Het is telkens een opdracht van én individu én van overheid. En dit zowel curatief als preventief”, besluit Gwendolyn Rutten.  

Gezondheidsrisico’s en -uitdagingen 

Wat zien de partijvoorzitters de komende jaren als grootste gezondheidsrisico’s en -uitdagingen en welke rol kunnen onze steden en gemeenten hierin spelen? Aangezien onze levenswijze een belangrijke impact heeft op onze gezondheidstoestand en  levenskwaliteit vindt Wouter Beke vindt de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen5 een zeer goede kapstok. Ze gaan over de belangrijkste thema’s zoals gezonder eten, meer beweging of minder tabaks- en alcoholconsumptie. In dat Vlaamse plan is een grote rol weggelegd voor de lokale besturen met oog voor zorgzame buurten

Ook MeyremAlmaci is dit principe zeer genegen. Zorgzame buurten zullen volgens haar ook helpen om beter om te gaan met de problematiek van psychisch onwelbevinden, depressie en eenzaamheid. Dat is inderdaad een belangrijke gezondheidsuitdaging erkent ook Gwendolyn Rutten. Zij ziet veel heil in de erkenning van psychotherapie en de terugbetaling van psychologische consultaties. Gemeentediensten zouden hier hun inwoners nog meer moeten rond sensibiliseren, vindt zij. Wouter Beke wil evenens het taboe rond geestelijke gezondheid doorbreken. Goede zorg focust zich niet alleen op de ziekte of de beperking, maar richt zich tot de gehele persoon. 

Strijd tegen obesitas en recht op gezonde voeding 

Voor Peter Mertens is de strijd tegen obesitas een absolute prioriteit. Want 50% van de volwassenen en 20% van de jongeren heeft overgewicht, weet hij. Geen nieuwe werkgroep maar met z’n allen de keuze maken om dit structureel aan te pakken. Want als we gezondheid overlaten aan de markt dan gezondheid altijd het onderspit. 

Zo mag er voor hem een algemeen verbod op frisdranken in scholen komen en strengere bindende afspraken over suiker-, vet- en zoutgebruik in de voedingsindustrie.  Gezonde voeding mag voor hem ook goedkoper gemaakt worden.  Gratis gezonde maaltijden in scholen is hiervan een goed voor. John Crombez beaamt dit. Het is een chronische aandoening geworden. Gwendolyn Rutten zet in datzelfde rijtje nog diabetes type II.  

Vermaatschappelijking van de zorg 

Bart De Wever ziet kansen in de hervorming van de eerstelijn en de vorming van ziekenhuisnetwerken. Daarnaast stipt hij nog de vermaatschappelijking van de zorg aan als een grote trend voor de komende jaren.  Voor Bart De Wever is het evident dat steden en gemeenten deze trends met beide handen grijpen. Wouter Beke is voorstander van meer ondersteuning en promotie van mantelzorg en vraagt meer aandacht en waardering voor vrijwilligerswerk en buurtwerk. 

Steden en gemeenten aan zet 

Iedereen is het erover eens dat steden en gemeenten de komende jaren geen kleinere maar juist een grotere rol zullen spelen om deze risico’s aan te pakken. En dat doen ze bij voorkeur door samenwerking met partners. Dan gaat het over het aanbieden of het subsidiëren van gezonde maaltijden in scholen en woon-zorgcentra, meer wandel- en fietsinfrastructuur, meer groene publieke ruimte of het promoten van het globaal medisch dossier. Alle partijvoorzitters zijn het erover eens dat na 14 oktober 2018 steden en gemeenten meer dan ooit aan zet zijn op het vlak van gezondheid!