Voeding

Voeding en sociale, emotionele & culturele context

Lager onderwijs

Derde graad

Eindtermen

ET MM 1.1      Leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.
ET MM 1.2      Leerlingen kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatie gebonden zijn.
ET MM 1.4      Leerlingen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven dat deze op elkaar inspelen.

Leerdoelen

Vaardigheden & attitudes

  • Kinderen kunnen aangeven welke invloed de eigen familiecultuur heeft op eigen voedselkeuzes
  • Kinderen identificeren welke voedingsgewoonten gekoppeld zijn aan de culturele afkomst
  • Kinderen identificeren welke voedingsgewoonten gekoppeld zijn aan het land van herkomst
  • Kinderen identificeren welke voedingsgewoonten gekoppeld zijn aan religie
  • Kinderen identificeren welke voedingsgewoonten gekoppeld zijn aan gezinscultuur
  • Kinderen kunnen regionale factoren identificeren die de eetgewoontes beïnvloeden
  • Kinderen helpen elkaar bij het ontwikkelen van een gezonde levensstijl
  • Kinderen kunnen kritische commentaar geven op sociale invloed waarbij vet en suikerrijke voedingsmiddelen gepromoot worden

Materialen en methodieken