YOLO

Noteer enkele letterwoorden op het bord en vraag aan de leerlingen of ze die kennen en weten wat ze betekenen.

• YOLO: you only live once

• FOMO: fear of missing out

• OMG: oh my god

• ASAP: as soon as possible

Vraag aan de leerlingen of ze zelf nog dergelijke afkortingen kennen, in het Nederlands of Engels (of in een andere taal).

Tip: Je kan eventueel ook enkele emoticons tonen en vragen wat deze voor hen betekenen.

Geef niet op!

Leg uit dat er voor belangrijke situaties geen letterwoorden of emoticons bestaan, zoals voor “Zet door!”, “Geef niet op!”, “Nog even volhouden!”, …

Laat de leerlingen per twee nadenken over enkele woorden, uitdrukkingen of gebaren om iemand moed in te spreken. Hun eerste ideeën schrijven ze op.

Vanuit de brainstorm ontwerpen ze een letterwoord, zoals YOLO of een emoticon. Ze maken een ontwerp dat ze straks zullen voorstellen aan de rest van de klas.

De favoriet van de klas

Elk duo presenteert vervolgens hun letterwoord of emoticon voor de klas. Nadien stemt de klas op het favoriete woord of emoticon.

Nabespreking

Stel klassikaal enkele vragen:

• Stel je jezelf wel eens doelen?

• Als je een doel wou bereiken; heb je al eens het gevoel gehad dat je wou opgeven? En heb je dan toch doorgezet of niet?

• Wat helpt jou om door te zetten?

• ...

Kom samen tot de conclusie dat het niet altijd simpel is om door te zetten en volop voor je doelen te gaan. Steun van vrienden en familie is erg belangrijk! Nodig de leerlingen dan ook uit om het letterwoord of de emoticon ook echt te gebruiken om elkaar te steunen om door te zetten.