Als je niet weet wat het is, dan weet je ook niet of je het leuk vindt. Hoe meer je leert kennen, hoe groter de kans dat je jezelf in iets vindt. En dat je de uitdaging waarnaar je op zoek bent, eindelijk treft. Via initiaties doen kinderen en jongeren positieve, plezierige ervaringen op. Maar hoe maak je binnen de jeugdhulp kennis met dat diverse aanbod?

Wie doet het al?

  • De Oever en Arktos werkten met steun van Cera-Rubicon het project ‘De Krachtmolen’ uit. Daar vond een initiatie kickboksen plaats. Een jongere die meedeed aan die initiatie kreeg er de sportkriebels door te pakken. En dat resulteerde in het geven van een workshop muurklimmen: “Door die workshop kickboksen heb ik terug zin gekregen om te gaan sporten. Ik deed dat vroeger heel graag en heb dat dan eigenlijk jaren laten liggen. Ik heb nu aan mijn maatschappelijk werker gevraagd of ik mag opstarten in een sportclub. Het lijkt me echt heel fijn om ook buiten de molen iets te doen te hebben.” (jongere Krachtmolen)
  • 64 jonge vluchtelingen van Minor-Ndako vzw, Fedasil Moeskroen en SOS kinderdorpen kregen een atletiekinitiatie in het Koning Boudewijnstadion. Dat werd mogelijk dankzij de steun van ENGIE en de Allianz Memorial Van Damme. Een bijzonder moment, onder begeleiding van professionele trainers en in aanwezigheid van een bekende Belgische Olympiër, Kim Gevaert.
  • Bij het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge doen ze maandelijks een sportieve dagactiviteit. Denk aan langlaufen, BMX’en, hoogte- en laagteparcours, zeilen, een fiets- of staptocht … Op die manier willen ze de jongeren de meest uiteenlopende sporten optimaal laten beleven.
  • Een medewerker van Buurtsport kwam bij De Rotonda van De Wissel vzw (Leuven) langs op een leefgroepvergadering met de jongeren. Hij stelde er zichzelf voor en probeerde in te schatten hoe hij zou kunnen bijdragen aan de sportdromen en -wensen van de jongeren. De medewerker is twee keer langs geweest en is in gesprek gegaan met de jongeren. Nadien hebben een medewerkster van De Rotonda en de buurtsportmedewerker nog regelmatig contact gehad.
  • Nathan Naeten gaf tijdens Studio JIJWEET een skate-initiatie in Hoeilaart bij vzw Sporen/Kinderdorp. Het was een manier om de jongeren beter te leren kennen tijdens hun 3-daagse passage daar.
  • De sportdienst van Stad Kortrijk organiseert regelmatig ‘probeer’lessen om mensen kennis te laten maken met nieuwe sporten. Bij vzw Oranjehuis wordt élke jongere getriggerd om aan die lessen deel te nemen. De jongeren volgen die samen met hun individuele begeleider, dat verlaagt de drempel.
  • · Binnen het CANO-project sport en jeugdzorg zijn er verschillende initiatieven genomen. Twee jaar lang werkten 10 CANO-voorzieningen aan een nieuw traject rond sport, met de steun van de Vlaamse Overheid. Hun initiatieven variëren van een vast blok in het vrijetijdsprogramma en de kennismakingscursussen, tot het laagdrempelig beschikbaar stellen van sportmateriaal en het toegang verlenen tot sport en bewegen, bijvoorbeeld aan de hand van fitness, Sport Na School (SNS) of een UITpas op naam van de organisatie.
  • · In Genk willen verschillende speelpleinwerkingen zich komen voorstellen bij Junitas, Kinderhuis en Campus O3, Op die manier leren de jongeren en begeleiders de animatoren al kennen, weten ze hoe het daar werkt, welke spelletjes er zoal worden gespeeld… Het is een manier om de stap naar speelpleinwerking te verkleinen.

Tot wat leidt het?

  • Dankzij initiaties kunnen jongeren gemakkelijker zelf keuzes maken die aanleunen bij hun noden en behoeften. En al doende ontdekken ze ook of sport iets voor hen is (of niet). Bovendien geven initiaties verveling minder kans. Ze geven de jongeren iets te doen!
  • De jongeren – ook de minder sportieve – geven aan dat initiaties deugd doen en leuk zijn. Ze kunnen hun energie kwijt, hun hoofd leegmaken en denken even niet aan hun problemen.
  • Uit het CANO-traject kwamen de volgende conclusies uit de bus:
    • Jongeren hebben meer zelfvertrouwen en een betere controle over zichzelf.
    • Ze nemen verantwoordelijkheid en houden zich aan afspraken en regels.
    • Sommige jongeren geven aan dat sporten hen een zekere status geeft.
  • Sport en bewegen is een invulling van de vrije tijd. Jongeren gaven in de CANO-voorzieningen aan dat ze door de sport minder vaak terechtkwamen in situaties die voor hen risicovol zijn.
  • Kinderen, jongeren en gezinnen, maar ook begeleiders, worden bewuster van de bewegingsmogelijkheden in de omgeving.
  • Deelname in een sportclub en/of het vervoer door vrijwilligers verbreedt het netwerk van de kinderen en jongeren die sporten. Ook voor de organisatie vergroot het netwerk. Bijvoorbeeld met Buurtsport (stad Turnhout), Thomas More Hogeschool, KFC Turnhout, SintVictor instituut, UiTpas …
  • Er doen zich situaties voor die aanknopingspunten zijn voor de begeleiding. Een van de dames van Cirkant vzw (Turnhout) ging bijvoorbeeld opgemaakt naar Buurtsport en gedroeg zich seksueel uitdagend tegenover enkele buurtsportmedewerkers. Een van de medewerkers ging iets familiairder om met het meisje. Het meisje vertelde aan de begeleiding dat ze de familiare houding van de buurtsportmedewerker niet gepast vond. Dat moment werd aangegrepen om enerzijds met de buurtsportmedewerker te bekijken hoe hij gepaster kon omgaan met uitdagend gedrag. Anderzijds hebben ze ook met het meisje bekeken hoe zij zich minder kwetsbaar zou kunnen opstellen tegenover oudere jongens die ze nauwelijks kent. Op die manier konden ze indirect werken aan het slachtoffer zijn van tienerpooiers.

Enige nuance

  • Sport wordt alsmaar meer beschouwd als een manier om bepaalde competenties te verwerven. Denk maar aan sociale inclusie, probleemoplossend vermogen, communicatievaardigheden … Dat kan énkel als sport georganiseerd wordt als een expliciete ervaringsgerichte leercontext, waarbij deelnemers worden gestimuleerd om achteraf kritisch te reflecteren over hun eigen leerervaringen en over hoe die ook buiten de sport nuttig kunnen zijn.
  • Of jongeren al dan niet positief zijn over het effect van de activiteiten hangt vooral af van de mate waarin de intensiteit en aard van de activiteiten passen bij hun sportbehoefte. Maar het hangt ook af van het feit of de jongeren de deelname als vrijwillig ervaren of niet. Kies dus samen met elke jongere de gepaste initiaties. Uit het CANO-onderzoek blijkt dat volgende zaken de jongeren motiveren:
    • activiteiten die een kick geven;
    • uitdagende activiteiten die de jongeren anders niet zo snel ondernemen, zoals een death ride, rappel, skiën …

Sport & kinderen en jongeren in contact met jeugdhulp. Enkele tips uit de praktijk:

  • Werk je met een steeds wisselende groep jongeren? Dan is het noodzakelijk om de ‘beweeg-proeverijen’ en sportbelevingsmomenten continu te organiseren. Dat kan bijvoorbeeld door aan te sluiten bij de georganiseerde momenten van de sportdienst. Vaak is dat in september en januari.
  • Enkele hefbomen die jongeren motiveren om deel te nemen aan een initiatie zijn:
    • de jongeren een stem geven in de keuze van de activiteiten;
    • de jongeren keuzevrijheid bieden;
    • actieve deelname van begeleiders aan activiteiten en
    • een minder aantrekkelijk alternatief.
  • September is de maand van de sport. Veel clubs organiseren dan initiatielessen.
  • Ga voor initiaties op zoek naar een vrijblijvend gevarieerd aanbod van mogelijkheden, en leg daarbij de klemtoon op dingen die makkelijk aan te leren zijn.
  • Er is een fragiele scheidingslijn tussen drang en dwang. Soms is het nuttig om te starten vanuit een verplicht aanbod en die verplichting af te bouwen. Dat zien we vaak bij jeugdhulp waar zowel begeleiders als kinderen of jongeren weinig of geen affiniteit hebben met sport en bewegen. Sowieso moet je stilstaan bij hoe het aanbod wordt gekaderd en moet je ruimte voor vrije keuze behouden. Vzw Binnenstad verwoordt haar aanbod als ‘verwacht’ en ‘niet verplicht’. De nieuwe bewoners die erbij komen, starten in een voorziening waar sport deel uitmaakt van het aanbod binnen de werking. Dit maakt een wezenlijk verschil uit voor de bewoners alsook voor de begeleiding. Bij het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge is er een afwisseling tussen ‘verplichte’ sportmomenten en ‘niet-verplichte’ sportmomenten. Die afwisseling is zeer belangrijk omdat ze juist de kracht geeft om te oefenen met autonomie en ze de jongere zelf in zijn kracht zet.
  • Om jongeren na de kennismaking duurzaam te laten sporten of bewegen en bij voorkeur toe te leiden naar een reguliere sportsetting in hun eigen context zijn er een aantal tips. Het blijkt vooral belangrijk om jongeren te stimuleren en te faciliteren, opdat ze gaan ervaren dat ze het zelf willen en ook kunnen (wegnemen van financiële en andere praktische drempels). Laat hen bijvoorbeeld zelf contact opnemen met de club, betrek de context van de jongeren, zorg mee voor combineerbare tijdstippen ten opzichte van de school, het werk …
  • Contact onderhouden met reguliere clubs vraagt een tijdsinvestering. Het persoonlijk aanspreken van trainers, spelers, bestuursleden … met de vraag welke openheid er is, welke ondersteuningsvragen door de jeugdhulporganisatie een hefboom kunnen zijn …
  • Bied meerdere kansen en werk gradueel. Het dansproject van Cirkant vzw (Turnhout) startte met een dansfilm. Op de volgende sessie werd er gedanst via de Wii, en vervolgens waren het de begeleiders die verschillende dansstijlen aanleerden. De volgende sessie werd gecombineerd met een bezoek aan een dansles van de lokale dansvereniging Jaybees, en als slotmoment konden de jongeren deelnemen aan een dansles bij Jaybees. Voor dit alles werd twee maand tijd genomen. Ze starten drie keer per jaar een sportproject van 6 weken op rond één bepaalde sport. Er wordt ook een vakantieplanning opgemaakt met minstens twee sportactiviteiten per week.
  • Blijf met elkaar in contact. Zijn er in jullie organisatie jongeren die naar een sportclub gaan? Ondersteun dan de clubs (trainers) waar nodig. Spreek met de trainers, ga kijken naar een training, spreek de jongeren erover aan … Op die manier hou je een vinger aan de pols.
  • De rol van een zeer betrokken coach is hierbij van heel groot belang. Het begeleiden van een ploeg CANO-jongeren in een competitiemodel is een zeer uitdagende maar tegelijk ook zeer zinvolle opdracht. Als je steeds dezelfde coach inzet om de matchen en trainingen te begeleiden, dan krijg je zicht op de vooruitgang die de jongeren boeken op het vlak van hun attitudes en competenties. Het aanspreken (vaak proactief), het duiden van geobserveerd gedrag bij jongeren en het opnieuw verwoorden en aanleren hoe ze hierin vooruit geraken is eveneens een belangrijke taak van de coach.
  • De samenwerking met onder andere Buurtsport en bestaande sportclubs zorgt ervoor dat jongeren van Jeugdzorg Emmaüs verder aansluiting vinden in het reguliere aanbod. Zo startte een jongere met voetbal, eentje met dans, eentje met boksen. Daarnaast geven de fitnessabonnementen de jongeren ook de kans om te gaan sporten, net zoals de andere jongeren van hun leeftijd dat soms doen.

Plek in de gezondheidsmatrix

Ontdek op welke strategieën en doelgroepen van de gezondheidsmatrix deze actie focust!

Sport en beweeg initiaties GM
Residentieel (verblijf)
Semi-residentieel (ambulant)
Thuiscontext (mobiel)
Beweging en lang stilzitten
Kind/jongere
(leef)Groep
Omgevingsinterventies
3-6 jaar
6-13 jaar
13-18 jaar
18-25 jaar
Niet van toepassing/gezin