Meer info over deze techniek

Een participatieve aanpak kan op verschillende niveaus meerwaarde brengen:

  • Participatief werken ondersteunt autonomie bij de doelgroep, gaat uit van bestaande competenties die versterkt kunnen worden en toont betrokkenheid.
  • Het bevordert bij de doelgroep een gevoel van grip op het eigen leven en draagt bij tot de ervaring deel te zijn van een groep.
  • Participatief werken verhoogt bij professionals de voeling met en inzicht in de doelgroep: hoe ervaart de doelgroep het probleem, voor wie is het eigenlijk een probleem en waarom, kunnen we ook anders over het probleem nadenken, …?
  • Participatief werken optimaliseert de kansen dat je aanbod echt toegankelijk en op maat van de doelgroep is: bruikbaar, betaalbaar, beschikbaar, bereikbaar, …
  • Ook in functie van draagvlak is participatie van bij de start belangrijk. Kunnen participeren maakt dat je je mede-eigenaar van een interventie/methodiek voelt, wat het draagvlak ervoor (en dus mogelijk ook de impact ervan) vergroot.

Vergelijkbare technieken

Participatieve probleemoplossing (techniekenfiche binnenkort beschikbaar) benut een participatieve aanpak voor het oplossen van een concreet probleem, bv. door samen met medewerkers een oplossing te ontwikkelen voor te hoge werkgerelateerde stress.

Hoe pas je deze techniek toe?

Participatief werken, dat is je doelgroep betrekken bij verschillende facetten van je project. Van het probleem scherpstellen tot en met het evalueren van je methodiek. Dat kan door je doelgroep en andere stakeholders te consulteren, maar ook door met hen een co-creatief traject te lopen.

Verscheidene professionals hebben pogingen gedaan om de verschillende wijzen waarop participatie vorm kan krijgen, te vatten in modellen die in de praktijk bruikbaar zijn. Dit leidde tot de ontwikkeling van diverse – aan de doelgroep en het werkdomein aangepaste - participatiemodellen. Een daarvan is het participatiesnoer, ontwikkeld door het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw i.s.m. VITO.

Afhankelijk van de focus van je interventie en de beschikbare tijd en middelen kan je kiezen voor verschillende niveaus van participatie:

Niveau 1: informeren

Je informeert (mogelijke) gebruikers over je aanbod. Dit kan formeel of informeel gebeuren. Er is geen actieve inbreng van de gebruikers. Informatie dient hierbij vlot beschikbaar en op maat van de gebruiker te zijn. De informatie kan zich richten tot individuen of tot groepen.

Methodieken: geschreven, mondelinge, gefilmde of digitale informatieverspreiding, infovergaderingen, mediacampagnes, sociale media, …

Niveau 2: raadplegen

De doelgebruikers zijn gesprekspartners. De organisatoren bepalen de agenda en zijn niet gebonden aan de resultaten van de gesprekken. Procesmatig is het wel belangrijk dat gebruikers feedback krijgen over hoe ze hebben bijgedragen tot het eindresultaat.

Methodieken: individuele bevraging, bv. tevredenheidsenquête (schriftelijk of digitaal), interview, behoeftebevraging; groepsraadpleging, bv. focusgroepen, bevolkingsonderzoek, klankbordgroepen met vertegenwoordigers (ervaringsdeskundigen, gezinsondersteuners, brugfiguren, straatadvocaten); creatieve bevraging: cliënten geven via creatieve tools feedback of inzage in hun belevingswereld, bv. via (foto-/film)dagboeken, werken met persona’s, ideeënbus; raadpleging door de doelgroep zelf; mensen uit de doelgroep treden op als intermediair, bv. peerconsultatie, meet the parents

Niveau 3: consulteren

Je creëert formele mogelijkheden om in overleg te gaan met (mogelijke) gebruikers. Hierbij krijgen ze de kans om voorstellen te doen en problemen aan te kaarten.

Methodieken: jeugdraad, burgerjury, oudercafé, toekomstambassadeurs

Niveau 4: co-creatie zonder medebeslissing

Je maakt samen met betrokkenen een agenda op rond de gepercipieerde problemen en noden. De gebruiker is een samenwerkingspartner in het zoeken naar oplossingen.

Methodieken: vijfstappenmethode, Spark

Niveau 5: co-creatie met medebeslissing

Gebruikers dragen problemen en noden aan, denken mee over oplossingen en hebben beslissingsrecht. De professionele organisatie heeft een adviserende functie en voorziet mee de modaliteiten om de oplossingen te kunnen uitvoeren.

Methodieken: co-creatie, basisschakelmethodiek

Niveau 6: zelfbeheer

Gebruikers nemen initiatief om in hun leefcontext moeilijkheden aan te pakken. Beleid en professionele organisaties kunnen aangesproken worden voor ondersteuning (informatie, logistiek, meedenken, financiering, …). De gebruikers kunnen in zelfregie eigenaarschap opnemen en zijn gemotiveerd omdat ze op eigen kracht en volgens hun mogelijkheden datgene kunnen aanpakken wat voor hen belangrijk is. En toch staan ze er niet alleen voor.

Methodieken: eigenkrachtconferentie, familienetwerkberaad

Materialen en info

Op zoek naar handige tools die je helpen om een participatief traject op te zetten?

Om de best mogelijke interventie te ontwikkelen, blijft het belangrijk om jezelf kritische vragen te stellen. Onderzoekers van de Universiteit Gent moedigen collega’s aan om volgende vragen te gebruiken wanneer ze participatief aan de slag gaan:

  • Verwachten we te veel van doelgebruikers wanneer we hen vragen om te helpen bij het ontwerpen van de interventie?
  • Moeten we training aanbieden aan doelgebruikers wanneer we hen betrekken bij het ontwerpen van interventies?
  • Waarmee moeten we rekening houden bij het rekruteren van deelnemers voor een participatief traject?
  • Hoeveel van de gebruikersinput wordt daadwerkelijk opgenomen in het uiteindelijke ontwerp?
  • Hoe kunnen we gebruikerskennis best combineren met professionele expertise?

Inspirerende voorbeelden

Burgerraad voor het klimaat

Burgerraad

Om burgers te betrekken bij klimaatbeslissingen werd een permanente Burgerraad voor het klimaat opgericht. De eerste bijeenkomst focuste zich op huisvesting, de tweede buigt zich over het thema voeding. Om de nodige veranderingen aan te moedigen en burgers een actievere rol te geven, heeft het Gewest beslist om deze raad op te richten. Die heeft als doel om aanbevelingen te doen over het klimaatbeleid van Brussel. Deze raad is permanent: elk jaar behandelen de leden een nieuw klimaatgerelateerd onderwerp.

Co-creatief traject ‘Gezond ouder worden’

“Zo lang mogelijk gezond thuis blijven wonen.” Uit een co-creatief traject dat het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw aflegde samen met ouderen en het werkveld, bleek dit de droom van heel wat ouderen te zijn. Tijdens dit traject brachten we samen met ouderen en het werkveld de noden en wensen rond ouder worden in kaart. Met de resultaten uit dit traject wil Gezond Leven lokale besturen en professionals die individueel of in groep werken naar en met ouderen, inspireren en motiveren om hen te ondersteunen om gezond thuis te blijven wonen.

Participatief werken aan gezondheidsvaardigheden in de Gentse wijkgezondheidscentra

De Gentse wijkgezondheidscentra ontwikkelden het spel WEGWIJS in Zorg en Gezondheid met als doel om mensen vanaf 16 jaar wegwijs te maken in het zorg- en welzijnslandschap. Om het spel zo toegankelijk en relevant mogelijk te maken, werden leden van de doelgroep actief betrokken. Op basis van hun feedback werd de ontwikkeling van het spel voortdurend bijgestuurd.

Referenties

Auteur: Moritz Gallei (Vlaams Instituut Gezond Leven vzw) met medewerking van de werkgroep gedragsinzichten.

Reflectieve drijfveren
Psychosociale competenties
Sociaal-culturele context
Doelen en intenties
Uitkomstverwachting
Risicoperceptie
Sociale rol en identiteit
Eigen-effectiviteit
Interactieve vaardigheden
Sociale normen